Future

Future (will/shall/going to)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Future (will/shall/going to)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


The phone is ringing! "I will get it."
will
will is also used for a spontaneous decision.
you do NOT have to PLAN it.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I am going to buy a new car.
(to be) + going to
I AM GOING to buy a new car.
Use to be + going to for a PLANNED ACTION/ CERTAINTY

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future
am/are/is + going to + verb

planned, intentions, likely to happen

I am going to go to the library this afternoon. 
We are going to be the winners of the klassentoernooi.
Future
will + verb

uncertain, decided on the spot, reaction to something

I will answer the phone.
Wait, I will help you lift that heavy box.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The sea-level will rise 40 feet.
will
will is used for a prediction.
you THINK it will happen, but you're not sure.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He is going to fall.
(to be) + going to
He is going to fall.
You see it coming. Use (TO BE) + GOING TO if it is CERTAIN.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shall 

= will

! only for questions 
with I or We !

Shall I help you?
Shall we dance?
Won't

= will not



He won't pass his test.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shall we dance?
shall
SHALL is used (instead of will) in combination with
WE or I.
Usually asking a question.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's listen to a few examples

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Who ... ... the world tonight?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wow! We ... ... Ibiza.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gotta feeling that I'm going under.
But I know that I ... ... it out alive.
A
'll make
B
'm gonna make

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

If I'm alive and well, ... you ... there holding my hand?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

'Cause we ... ... to war, hey

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hopefully, I ........ my grammar test.
A
am passing
B
will pass
C
would pass
D
am going to pass

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My bus is delayed.
I ...... too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 16 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
What would you like to eat?
> I ..... a sandwich, please.
A
will have
B
have
C
am going to have
D
should have

Slide 17 - Quizvraag

Het is een beslissing die je op dit moment maakt. Daarbij hoort het gebruik van will.
Which sentence fits best?
A
I think it will rain in a couple of minutes.
B
It looks as if it is going to rain soon.
C
It is raining in 5 minutes.
D
It rains every day.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Which sentence fits best?
A
We're going to hit that horse!
B
We're hitting that horse!
C
We will hit that horse!
D
Shall we hit that horse?

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My friends and I ........... Glastonbury festival this Friday, although we haven't got tickets yet.
A
are visiting
B
are going to
C
are going to go to
D
go

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future met 'to be going to'

Wat is de regel van de future met going to?
A
going to + ww
B
vervoeging going to + ww
C
am/are/is + going to + ww
D
do + going to + ww

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gebruikt "will" bij...
A
Gewoontes en alledaagse situaties
B
Voorspelling zonder bewijs + plan dat je op dat moment maakt
C
Voorspelling met bewijs
D
Eerder gemaakte afspraak

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future met 'will' gebruik je bij:
A
Vaste roosters & tijdschema's
B
Een aanbod of belofte
C
Een gemaakte afspraak in de toekomst
D
Iets wat gisteren gebeurde

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future
A
I always go to the supermarket
B
I always went to the supermarket
C
I am going to the supermarket tomorrow
D
I will go to the supermarket tomorrow

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Future met 'to be going to'

Wanneer gebruik je dit?
A
Als je over nu praat
B
Als je over plannen in de toekomst praat
C
Als je het heb over alles in de toekomst
D
Als je een voorspelling maakt en er bewijs is

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na 'will' komt
A
ww+ed
B
ww+s
C
ww+es
D
ww

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

future met will

Wanneer gebruik je de future met will?
A
Als je een voorspelling maakt zonder bewijs.
B
Als je het hebt over alles in de toekomst.
C
Als je iets aanbiedt, bij beloftes, aankondigingen en besluiten.
D
Als je een voorspelling maakt met bewijs.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'will' ontkennend?
(will + not)
A
willn't
B
won't
C
win't
D
wan't

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies