Argumentatiestructuren en -schema's

Lesdoel
  • Je weet of je goed standpunten en argumenten kunt onderscheiden;
  • Je weet of je de argumentstructuren snapt;
  • Die kun je ook toepassen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
  • Je weet of je goed standpunten en argumenten kunt onderscheiden;
  • Je weet of je de argumentstructuren snapt;
  • Die kun je ook toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Argumentatiestructuur

Slide 2 - Woordweb

4 basisstructuren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
  3. Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
  4. Onderschikkende argumentatie

Slide 3 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).

Zij moet de opvolgster worden van onze coach


want zij heeft al veel ervaring.

Slide 4 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, 


want zij heeft ruime ervaring in die branche.
 

Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 


Slide 5 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)

Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)

Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).




Slide 8 - Tekstslide

Nevenschikkend afhankelijk
                                   Ik ga niet studeren in Leiden


Mijn broer woont daar                                   en ik wil niet in dezelfde
                                                                                 stad wonen als mijn                                                                                             broer

Slide 9 - Tekstslide

Ik denk niet dat de VVD veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers nu ontevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de VVD veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers nu ontevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 10 - Quizvraag

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 11 - Quizvraag

Stelling
Argument 1
Argument 2
Zij heeft ruime ervaring in het basisonderwijs
Deze sollicitante is zeker geschikt voor de functie van hoofdonderwijzer.
De school wil het aantal vrouwelijke docenten vergroten.

Slide 12 - Sleepvraag

Trump moet echt worden afgezet. Hij is een bedreiging voor de wereldvrede. Hij heeft een Iraanse leider laten bombarderen. Ook doet hij opruiende uitspraken, waardoor Amerika op instorten staat. Hij draagt bij aan haat door bepaalde bevolkingsgroepen in een kwaad daglicht te stellen.
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Wat vond je moeilijk?

Slide 15 - Woordweb