Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
relative clauses
relative clauses
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
relative clauses
Slide 1 - Tekstslide
In deze les....
- leer je wat relative clauses zijn
- neem je de aantekening over in je schrift
- oefen je met de opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Relative clauses
(neem dit over in je schrift)
Een
relative clause
is een bijzin die extra informatie geeft over iets of iemand. Deze bijzinnen kunnen met een aantal woorden beginnen:
Who
Gebruik je als de bijzin iets zegt over een persoon
She is
the girl
who
won the prize
Sam,
who
lives next door, is my best friend.
Slide 3 - Tekstslide
Which
Gebruik je als de bijzin iets zegt over dieren of dingen.
The food,
which
my mother cooked, tastes great.
The cap
which
I bought yesterday is blue.
Whose
Gebruik je als je bezit aangeeft. In het NL zeg je dan 'van wie' of 'waarvan'
The girl,
whose
dad is a bus driver, always walks to school.
Slide 4 - Tekstslide
Whom
Soms is het eerste woord van de bijzin een
voorzetsel
. Als je dan iets over een persoon zegt, zeg je
whom
in plaats van who.
The boy,
about whom
you told me, is very nice.
My aunt,
to whom
I'm going next week, lives in Spain.
Slide 5 - Tekstslide
This is the book ____ I like best
A
who
B
which
C
whose
D
whom
Slide 6 - Quizvraag
He's the boy ____ mother is a famous singer.
A
who
B
which
C
whose
D
whom
Slide 7 - Quizvraag
That is the woman ___ lives next door to my aunt and uncle.
A
who
B
which
C
whose
D
whom
Slide 8 - Quizvraag
The sweater ___ I bought at the mall is green.
A
who
B
which
C
whose
D
whom
Slide 9 - Quizvraag
Mr Hanson is the teacher to ___ we have to write a letter.
A
who
B
which
C
whose
D
whom
Slide 10 - Quizvraag
Let's oefen: vul in
who
,
which
of
whose
1 That is the boy _______ said he liked me.
2 The girl _______ photo I have is my cousin.
3 That’s the man _______ I saw in the shop.
4 The dress ______ I saw in the shop is red.
5 Those are the people ______ live in Baker Street.
6 He’s the teacher ______ teaches us English.
7 This is the book ______ I bought yesterday.
8 Mr Peters is the man ______ wife is in hospital.
10 That’s the car was made in Germany.
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
TL3: Chapter 5- Relative Pronouns and Clauses
Mei 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Relative clauses
Juni 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Relative clauses
Februari 2021
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3V grammatica hoofdstuk 6
Juni 2024
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
TL3: Chapter 5- Relative Pronouns
Mei 2022
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Thema 14 - Relative clauses
Maart 2021
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
Theme 5 grammar: who-which-that-X
Juni 2021
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
T3A Chapter 4
Januari 2023
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3