Les 7 Imago

• Burgerschap
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat weet jij van Imago?

010

Een groep:

1. Kan je beïnvloeden
2. Kan je niet beïnvloeden
3. Heeft niks te maken met identiteit

Geef een voorbeeld: hoe heeft groepsgedrag jou een keer positief of negatief beïnvloed?

1. Ik dan naar de scouting ga
2. Mijn broertje mij altijd wakker maakt
3. Ik mijn hond moet uitlaten

1. Ik vrienden belangrijker vind
2. mijn ouders gescheiden zijn
3. Ik nog nooit verliefd ben geweest

1. Ik geen vrienden heb
2. Ik het niet mag van mijn ouders
3. Ik het niet vertrouw

1. Ik dyslectisch ben
2. Ik dat suf vind
3. Ik altijd vergeet waar ik ben gebleven

1. Het onreine dieren zijn
2. ik bang voor ze ben
3. Ik allergisch voor ze ben

1. Ik vegetariër ben
2. Ik dat niet mag van mijn geloof
3. Ik daar puistjes van krijg

1. ik het niet mag van mijn ouders
2. Ik al druk genoeg ben
3. Ik het ongezond vind

1. Ik van een nette kamer hou
2. Ik dan extra zakgeld krijg
3. Mijn moeder anders in mijn spullen gaat kijken

1. Dat bij mijn cultuur hoort
2. Ik niet naast een oudere dame of meneer wil zitten
3. Oude mensen altijd tegen mij beginnen te praten

01:26

Meneer Rutte zegt; wij kunnen niet altijd zonder das (dus niet in je trainingspak naar werk) Waarom niet denk je?

02:21

Bij sommige banen hoort dus een uniform, wat je normaal niet zou dragen. Is jouw imago dat wie jij echt bent, of wat mensen van je zien? Leg uit.

02:45

Meneer Rutte geeft aan dat mensen vooroordelen over hem hebben. Wat is een vooroordeel?

03:15

Is hoe jij overkomt (jouw imago) altijd de waarheid? Leg uit waarom wel of niet

03:52

Een voorbijganger roept dat hij klaar is met Mark. Heeft de persoon kritiek op wie hij echt is, of zijn imago. En hoe denk je dat meneer Rutte zal reageren?

05:29

Een imago kan positief en negatief zijn wat kunnen de effecten zijn van een negatief imago

Wat kunnen de effecten zijn van een positief imago?

Wat kunnen de effecten zijn van een negatief imago?

Opdracht 

Beantwoord de vragen individueel in een word document

1. Wat zijn vooroordelen over jou denk je?

2. Wat hoop je dat mensen over jou zouden denken?

3. Wat denk je dat je imago is (positief negatief)

Wat weet jij na deze les van Imago?

010