Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re
Bienvenue!
au cours de français
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bienvenue!
au cours de français
Slide 1 - Tekstslide
Maintenant ...
... prend ton cahier ou fais un document pour les notes de grammaire
Slide 2 - Tekstslide
leerdoel
Ik kan regelmatige werkwoorden op -er, -ir en -re goed vervoegen in een Franse zin in de présent, passé composé , imparfait & futur simple.
Slide 3 - Tekstslide
Présent
Hierbij kun je de regels volgen
elk werkwoord dat zo eindigt, houdt zich aan dezelfde regel
werkwoorden die
eindigen op
-er
(bijv.
parler
), op
-ir
(bijv.
finir)
en op
-re
(bijv.
répondre
)
-ER
-IR
-RE
Slide 4 - Tekstslide
les verbes en -ir
je fin ik eindig (finir)
tu fin
il/elle/on fin
nous fin
vous fin
ils/elles fin
is
is
it
issons
issez
issent
Slide 5 - Tekstslide
Les verbes -ir (p.c)
J'ai réfléch
i Ik heb nagedacht. (réfléchir)
Tu as réfléch
i
Il/elle/a réfléch
i
Nous avons réfléch
i
Vous avez réfléch
i
Ils/elles ont réfléch
i
Slide 6 - Tekstslide
les verbes en -re
(p.ex. répondre)
je répond (ik beantwoord)
tu répond
il/elle/on répond
nous répond
vous répond
ils/elles répond
s
s
ons
ez
ent
Slide 7 - Tekstslide
Verbes -re (p.c)
J'ai entend
u Entendre - re + u
tu as entend
u
il/elle/on entend
u
nous avons entend
u
ils/elles ont entend
u
Slide 8 - Tekstslide
Regarder: je (ik kijk)
A
je regarde
B
je regardes
C
je regardet
D
je regard
Slide 9 - Quizvraag
Finir: il/elle/on (hij/zij/men eindigt)
A
il/elle/on fini
B
il/elle/on finis
C
il/elle/on finit
D
il/elle/on fin
Slide 10 - Quizvraag
perdre: il (hij verliest)
A
il per
B
il perde
C
il pert
D
il perd
Slide 11 - Quizvraag
Rester: tu (jij blijft)
A
tu reste
B
tu restes
C
tu restet
D
tu rest
Slide 12 - Quizvraag
Finir: vous (jullie eindigen/ u eindigt)
A
vous finez
B
vous finirez
C
vous finissons
D
vous finissez
Slide 13 - Quizvraag
Regarder: nous (wij kijken)
A
nous regarde
B
nous regardes
C
nous regardons
D
nous regardez
Slide 14 - Quizvraag
répondre: je (ik antwoord)
A
je réponds
B
je répondu
C
je répond
D
je répondt
Slide 15 - Quizvraag
grandir: vous (jullie groeien/ u groeit)
A
vous grandez
B
vous grandirez
C
vous grandissons
D
vous grandissez
Slide 16 - Quizvraag
chercher: ils/ elles (zij zoeken)
A
ils cherche
B
ils cherchent
C
ils cherchons
D
ils cherchez
Slide 17 - Quizvraag
Passé composé
parler finir vendre
-er -ir -re
+é +i +u
parlé fini vendu
-ER
-IR
-RE
Slide 18 - Tekstslide
Hij heeft beantwoord
A
Il a répondu
B
Il a répondi
C
Il a répondé
Slide 19 - Quizvraag
Wij hebben gekozen (choisir)
A
Nous choisissons
B
Vous avez choisi
C
Nous avons choisi
D
Nous avons choisu
Slide 20 - Quizvraag
Zij hebben gevonden
A
Ils ont trouvent
B
Ils trouvent
C
Il a trouvé
D
Ils ont trouvé
Slide 21 - Quizvraag
Imparfait (stam)
Stam:
nous vorm
van de présent
- ons
stam
(parler) Nous parl
ons
- ons = parl
(choisir) Nous choisiss
ons
-ons = choisiss
(perdre) Nous perd
ons
- ons = perd
-ER
-IR
-RE
Slide 22 - Tekstslide
Imparfait uitgang
Je --> ais Nous --> ions
Tu --> ais Vous --> iez
Il/elle/on --> ait Ils/elles --> aient
-ER
-IR
-RE
Slide 23 - Tekstslide
Vertaal: Ik praatte
A
Je parlait
B
Tu parlais
C
Je parlais
D
Je parle
Slide 24 - Quizvraag
Hij koos
A
Il choisait
B
Il choisissait
C
Il choisit
D
il choisais
Slide 25 - Quizvraag
Wij verloren
A
Nous perdions
B
Nous perdons
C
Nous perdiez
D
Vous perdions
Slide 26 - Quizvraag
Futur simple
Stam is het hele werkwoord.
maar
LET OP
bij de werkwoorden op -re gaat de 'e' eraf.
Parler
Finir
Répondr
-ER
-IR
-RE
Slide 27 - Tekstslide
Futur simple uitgangen
Je --> ai Nous --> ons
Tu --> as Vous --> ez
Il/elle/on --> a Ils/elles --> ont
Tip: Lijkt heel erg op de présent van het werkwoord avoir.
-ER
-IR
-RE
Slide 28 - Tekstslide
Wij zullen verliezen
A
Nous perdreons
B
Nous perdrons
C
Nous perdons
D
Nous allons perdre
Slide 29 - Quizvraag
Jij zal kiezen
A
Tu choisira
B
Tu choisirais
C
Tu choisiras
D
Tu choisis
Slide 30 - Quizvraag
Shuffle
vendais
aimeront
-ER
-IR
-RE
perdu
finissions
mangé
Oublié
Slide 31 - Tekstslide
Wij keken
Slide 32 - Open vraag
Ik zal vinden
Slide 33 - Open vraag
Hij is gevallen
Slide 34 - Open vraag
Zij is gevallen
Slide 35 - Open vraag
Ik zal invullen
Slide 36 - Open vraag
Wij eindigden
Slide 37 - Open vraag
Hij heeft verloren
Slide 38 - Open vraag
Zij groeiden (m.mv)
Slide 39 - Open vraag
Zij zullen kijken (m.mv)
Slide 40 - Open vraag
Au revoir tout le monde
et à bientôt!
Slide 41 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re
Mei 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Regelmatige werkwoorden -er, , -re
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
T3 leerdoel 6 (GL 1H, 2H) présent ww -er, -ir, -re
September 2021
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
T4 leerdoel 4c (SO exid3), leerdoel 3b (GL9) werkwoorden -er, -ir, -re
September 2021
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3F ch6 semaine 22 2024
Mei 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
T3 présent ww -er, -ir, -re (GL 1H, 2H)
November 2024
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H3 werkwoorden -er, -ir, -re (LB, GL 1H, 2H)
September 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H3 leerdoel 6 (LB, GL 1H, 2H) werkwoorden -er, -ir, -re
September 2022
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3