woordenschat thema 8 beginner
1 / 16
Lesduur is: 25 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
dit is een...
A
letter
B
cijfer
Slide 2 - Quizvraag
Wat vind jij ___? Huiswerk maken of koken?
A
erger
B
meer
Slide 3 - Quizvraag
Sjef fietste heel hard. Hij was ___ op school dan Ali.
A
smaller
B
eerder
Slide 4 - Quizvraag
We wonen in een klein huis. Het ___ is dat ik weinig ruimte heb.
A
gevoel
B
gevolg
Slide 5 - Quizvraag
Je bent ___ na die vrouw aan de beurt.
A
direct
B
makkelijk
Slide 6 - Quizvraag
Wat is er ___? Ik ben gevallen.
A
nieuw
B
gebeurd
Slide 7 - Quizvraag
Mijn zus vraagt: mag ik je pen gebruiken? Dat mag, maar ze mag hem niet ___.
A
afpakken
B
doorgaan
Slide 8 - Quizvraag
Zullen we nog even ___? We zijn bijna klaar.
A
doorgaan
B
dragen
Slide 9 - Quizvraag
Ik wil je graag ___. Zeg maar wat ik kan doen.
A
helpen
B
afpakken
Slide 10 - Quizvraag
Het meisje is hier zonder haar moeder, ze is helemaal _______
A
nieuw
B
alleen
Slide 11 - Quizvraag
De jongen kijkt _____ het raam naar buiten.
A
door
B
in
Slide 12 - Quizvraag
De docent vroeg Max om nog even te _________.
A
blijven
B
roddelen
Slide 13 - Quizvraag
De muziek staat veel te _____, ik hoor de docent niet.
A
hard
B
erg
Slide 14 - Quizvraag
Wil je koffie? Nee, _______.
A
alsjeblieft
B
bedankt
Slide 15 - Quizvraag
____ ik ziek ben, blijf ik thuis.
A
want
B
als
