Ali is een jongen van 12. Vandaag is zijn zus jarig. Als Ali uit school komt en de deur van de keuken
open doet, ruikt hij iets onwijs lekkers. Zijn moeder heeft een cake gebakken. ‘Hé, mam,’ vraagt Ali,
‘mag ik een plakkie?’ Zijn moeder moet lachen. ‘Je moet even wachten tot je zus er is, maar dan mag
je zeker een plak cake.’
Ali baalt, hij had er nu net zoveel zin in. ‘Ach,’ denkt hij, ‘dan neem ik eerst iets anders.’ Ali opent
de la met koeken en pakt er een gevulde koek uit. Na een half uurtje komt zijn zus thuis en krijgen ze
allemaal een plak cake. Als Ali de cake op heeft gaat hij achter de tv zitten. ‘Yes, gametime,’ zijn
favoriete programma over computerspelletjes is erop. In het tweede reclameblok loopt Ali weer naar
de keuken. Hij schenkt voor zichzelf een glas cola in en opent opnieuw de la met koekjes. ‘O, nee,’
hoort hij zijn moeder zeggen, ‘jij hebt wel genoeg op voor vanmiddag.’ Ga jij maar buiten voetballen
ofzo, dan heb je straks weer goede trek voor het avondeten.’