Wanneer zet je geen tussen-n:1. Wanneer je de meervoudsvorm van het linkerdeel zowel met een ‘n’ als een ‘s’ kunt zetten, dan zet je geen tussen-n.
Vb.: aktetas (aktes + akten) – gedachtegang (gedachten + gedachtes)
2. Wanneer je een linkerdeel moet vormen met ‘zon’, ‘maan’’ dan zet je ook geen tussen-n.
Vb.: zonnestraal – maneschijn