H1A: formuleren §2: verbanden tussen zinnen- 17-02-25

Nederlands
H1A
17- 02- 2025
Formuleren §2
Verbanden tussen zinnen


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
H1A
17- 02- 2025
Formuleren §2
Verbanden tussen zinnen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Leg op tafel:
- Leesboek 
- Nieuw Nederlands
- Schrift
- Pen

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Eerst... 
lekker 5 minuten lezen! 
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
> Formuleren §2: verbanden tussen zinnen - p. 232

Lesdoel: 
Aan het einde van de les kan ik verbanden tussen zinnen aangeven door de juiste signaalwoorden te gebruiken 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Voeg de twee zinnen samen met een verbindingswoord/signaalwoord.

Ik kleed me heel mooi aan.
Ik ga naar een feest.

Vb.: Ik kleed me heel mooi aan, voordat ik naar een feest ga.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  1. Ik kleed me heel mooi aan, want ik ga naar een feest.
  2. Ik kleed me heel mooi aan, voordat ik naar een feest ga.
  3. Ik kleed me heel mooi aan, als ik naar een feest ga.
  4. Wanneer ik naar een feest ga, kleed ik me heel mooi aan.
  5. Voordat ik naar een feest ga, kleed ik me heel mooi aan.
  6. Ik ga naar een feest, dus ik kleed me heel mooi aan.
  7. Ik ga naar een feest en ik kleed me heel mooi aan.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructiefilmpje
Verbanden tussen zinnen + signaalwoorden

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden tussen zinnen
Opsomming:
Bij de supermarkt heb ik appels, brood en tomaten gehaald. Ook heb ik vis gehaald voor het eten vanavond.
Signaalwoorden: om te beginnen, en, ook, verder, ten slotte.

Tegenstelling:
Ik houd van appels, maar niet van peren. 
Signaalwoorden: echter, maar, toch, daarentegen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden tussen zinnen
Tijdsverloop (chronologie):
Vandaag ben ik eerst naar de tandarts geweest, toen naar de supermarkt en ik ben uiteindelijk bij de koffiebar geëindigd.
Signaalwoorden: eerst, daarna, nadat, nu, vervolgens, voordat, uiteindelijk.

Oorzaak-gevolg:
Doordat ik mijn wekker niet had gezet, ben ik nu te laat op werk. 
Signaalwoorden: daardoor, door, doordat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden tussen zinnen
Reden:
Ik heb een onvoldoende voor de toets, omdat ik niet heb geleerd. 
Signaalwoorden: omdat, namelijk, want, immers.

Voorbeeld:
Ik houd van extreme sporten, zoals parachutespringen en karten.
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbanden tussen zinnen
Conclusie/samenvatting:
Ik heb vandaag gesport en ik ben op de fiets naar oma gegaan. Kortom, ik heb een sportieve dag gehad.
Signaalwoorden: daarom, dus, kortom, al met al.

Voorwaarde:
Je mag mee naar het pretpark, tenzij je je huiswerk niet af hebt.
Signaalwoorden: als (...dan), wanneer, tenzij.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

1. daardoor = oorzaak/gevolg
2. zoals = voorbeeld
3. namelijk = reden
4. vroeger = tijdsverloop, maar = tegenstelling
5. als = voorwaarde
6. ook = opsomming
Zelf aan de slag
Formuleren §2 - Verbanden tussen zinnen

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 232-233).

Niet af --> huiswerk voor maandag 3 maart


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies