4M Woche 39, Stunde 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Teil 1: Lesen

Kapitel 6 zusammenfassen

WO? Wo spielt die Geschichte sich ab?

WAS und WIE? Was passiert in der Geschichte? Und wie passiert es?

WER? Welche Personen spielen spielen eine Rolle?

Teil 2: Grammatik

Ziel: checken of je alle uitleg begrepen hebt.

Hoe kun je weten of een werkwoord sterk is in het Duits?

Hoe kun je weten of een werkwoord sterk is in het Duits?

1. verander het ww naar verleden tijd in NL

> zwemmen - zwommen

2. klankverandering? Sterk ww! Ook in het Duits

Sterke werkwoorden veranderen van klank in het Duits. Bij welke vorm?

Sterke werkwoorden veranderen van klank in het Duits. Bij welke vorm?

1. Bij de du-vorm

2. Bij de er/sie/es-vorm

Op welke manier verandert de klank bij du & er/sie/es?

Op welke manier verandert de klank bij du & er/sie/es?

1. 'e' wordt 'i' of 'ie'

> ich helfe, du hilfst

> ich esse, du isst

2. 'a' wordt 'ä'

> ich fahre, du fährst

Wanneer krijg je een 'i' en wanneer een 'ie'?

Wanneer krijg je een 'i' en wanneer een 'ie'?

1. De 'e' verandert in een 'i' als de 'e' kort wordt uitgesproken

> sprechen, er spricht

2.De 'e' verandert in een 'ie' als de 'e' lang wordt uitgesproken

> sehen, er sieht

An die Arbeit

Aufgabe 15 - 20

Fertig? Korriegieren!
Fertig? Aufgabe 37-41