paragraaf 2.4

Al is de afkorting voor de stof......
1 / 28
volgende
Slide 1: Open vraag
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Al is de afkorting voor de stof......

Slide 1 - Open vraag

wat is de afkorting voor goud?

Slide 2 - Open vraag

wat is de afkorting voor koolstof?

Slide 3 - Open vraag

Pb is de afkorting voor

Slide 4 - Open vraag

Wat is de molecuulmassa van propaan (C3H8)

Slide 5 - Open vraag

par 2.4 atoombouw

Slide 6 - Tekstslide


Slide 7 - Tekstslide

atoombouw

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

een atoom heeft 13 protonen, 13 elektronen en 14 neutronen.
Wat is het atoomnummer?

Slide 13 - Open vraag

een atoom heeft 13 protonen, 13 elektronen en 14 neutronen.
Wat is het massagetal?
A
13
B
26
C
27
D
28

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

hoe heet deze stof met een massagetal van 27?

Slide 16 - Open vraag

hoeveel protonen en elektronen heeft Chloor?

Slide 17 - Open vraag

een atoomsoort heeft 27 elektronen, 27 protonen en 32 neutronen.
welke atoomsoort is dat?

Slide 18 - Open vraag

Co heeft 27 elektronen, 27 protonen en 32 neutronen.
wat is het massagetal van Co?

Slide 19 - Open vraag

Co heeft 27 elektronen, 27 protonen en 32 neutronen.
wat is het atoomnummer van Co?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

isotopen
Waar komt dat rare massagetal vandaan?

Van Chloor zijn er 2 isotopen die in een bepaalde verhouding voorkomen

Slide 22 - Tekstslide


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

naamgeving (par 2.3)
koolstofdioxide CO2

Slide 25 - Tekstslide

naamgeving (par 2.3)
water

Slide 26 - Tekstslide

naamgeving (par 2.3)
N2O4

Slide 27 - Tekstslide

naamgeving (par 2.3)
dibroommonosulfide

Slide 28 - Tekstslide