Thema 3 - Hoofdstuk 1 - Woordenschat

Nederlands - Thema 3
-Pak je leesboek
-NL werkboek
-Etui (pen/potlood)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - Thema 3
-Pak je leesboek
-NL werkboek
-Etui (pen/potlood)

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je boek of iets anders!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Natuur - blz. 146
Natuur is overal om je heen, denk aan planten, bomen, dieren en natuurgebieden zoals een bos of het strand. Je kunt genieten van de natuur als je bijvoorbeeld gaat mountainbiken in het bos of zwemmen in een meer. Maar natuur zorgt soms ook voor problemen, zoals bij zware regenbuien en vulkaanuitbarstingen. Ale hoofdstukken in dit thema gaan over de natuur. 

Slide 3 - Tekstslide

Start 
maak de startopdracht op blz. 146, 147 en 148

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - woordenschat
-Je begrijpt de betekenis van woorden die te maken hebben met de natuur 

- Je weet wat overdrijvingen zijn 

Slide 5 - Tekstslide

                 Galgje

Slide 6 - Tekstslide

Lees samen 
Lees de woorden op bladzijde 152 en 153 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een overdrijving
Dat heb ik al 1000 (duizend) keer uitgelegd!

Ik ben in één seconde terug.

Ik ga dood van de honger.

Het kan eigenlijk niet..... 

Slide 8 - Tekstslide

Welke overdrijving hoor jij vaak?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu...
1. Thema 3- hoofdstuk 1 
blz. 152 tot en met 162

2. Studiemeter - Thema 3- hoofdstuk 1

3. Lezen 

Slide 11 - Tekstslide

Maken 
Hoofdstuk 1 in je werkboek en studiemeter! 

Klaar?! 

Ga verder aan je weektaak! 

Slide 12 - Tekstslide

Lezen 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 - Lezen
Doel: Ik weet wat een inleiding, middenstuk en een slot van een tekst zijn. 
Ik kan de inleiding, middenstuk en een slot herkennen. 

Slide 14 - Tekstslide

De inleiding(blz. 163)
-Dikgedrukt lettertype
-Begin van de tekst
-Je leest waar het over gaat
-meestal 1 alinea (stukje tekst)
-Nieuwsgierig maken?! Wat zou er nog meer staan

Slide 15 - Tekstslide

Het middenstuk
-In het midden 
-De belangrijkste informatie
-Meestal meerdere stukjes (alinea's)
-Vaak met tussenkopjes 


Slide 16 - Tekstslide

Het slot
Het einde
1. Samenvatting - uitleg wat je gelezen hebt
2. Mening- Wat vindt de schrijver zelf
3.Conlusie - Dus ......
4.Activeren- Actie!!

Slide 17 - Tekstslide

Een tekst begint met ....
A
Een middenstuk
B
De inleiding
C
Het slot
D
De alinea

Slide 18 - Quizvraag

Kies uit: de inleiding, het middenstuk of het slot. In de .................. vind je belangrijkste informatie uit een tekst.

Slide 19 - Open vraag

Een tekst eindigt altijd met een ...........

Slide 20 - Open vraag

Kies uit: de inleiding, het middenstuk of het slot. Bij het lezen van een ............... wil de schrijver jou nieuwsgierig maken

Slide 21 - Open vraag

Het slot
afsluiten van de tekst 

Slide 22 - Tekstslide

De schrijver herhaalt in een paar zinnen waar de tekst over gaat.
A
Samenvatting
B
Mening
C
Conclusie
D
Activeren

Slide 23 - Quizvraag

De schrijver vertelt wat hij zelf vindt.
A
Samenvatting
B
Mening
C
Conculsie
D
Activeren

Slide 24 - Quizvraag

De schrijver vertelt wat hij wilt dat je gaat doen!
A
Mening
B
Activeren
C
Conclusie
D
Samenvatting

Slide 25 - Quizvraag

De schrijver vertelt wat je uit de tekst kunt leren.
A
Mening
B
Activeren
C
Conclusie
D
Samenvatting

Slide 26 - Quizvraag

Maak nu 
1 . In je boek: hoofdstuk 2 (blz. 162 t/m 169
2. Studiemeter NL t/m hoofdstuk 3 af
3. De rest van je weektaak... 

Slide 27 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 - luisteren 
Aantekeningen
Steekwoorden
Tips bij het maken van aantekeningen

Slide 28 - Tekstslide

Aantekeningen maken
-Je onthoudt informatie beter
-Je luistert geconcentreerd

-Steekwoorden of korte zinnen 
Belangrijkste informatie - geeft iets belangrijks aan

Slide 29 - Tekstslide

Probleem thuis
Lekkende dakgoot

Wat moet ik doen?! 
Schrijf de stappen op! 

Slide 30 - Tekstslide

Tips: Maken van aantekingen
-Steekwoorden of korte zinnen

-Lees vooraf de vragen die je moet gaan beantwoorden
-Laat wat ruimte ertussen, zodat je nog iets kunt aanvullen
-Schrijf stappen gelijk in de goede volgorde op
-Gebruik opsommingstekens (cijfers/streepjes/sterretjes)
-Gebruik afkortingen (die je begrijpt) 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Wat zijn aantekeningen?

Slide 33 - Woordweb

Ochtendjournaal
Maak aantekeningen
Gebruik steekwoorden
Welke onderwerpen waren in het ochtendjournal?

Slide 34 - Tekstslide

Samen hoofdstuk 5 in je boek
Daarna ...
Zelfstandig in studiemeter

Slide 35 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 en 7

Slide 36 - Tekstslide

De 4 W's
Je leert een verhaal vertellen aan de hand van de 4 W's 
Wanneer
Wie
Waar
Wat 

Slide 37 - Tekstslide

Open of gesloten vragen

Slide 38 - Tekstslide

Type het verhaal van de ander...
Wat waren de 4 W's - Wanneer, wie, wat en waar

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Video

Geen ja en geen nee
Wie durft..

Slide 41 - Tekstslide

Open vragen
Je hebt informatie nodig

Slide 42 - Tekstslide

Open vragen

Slide 43 - Woordweb

Gesloten vragen
Je krijgt een kort antwoord

Ja of nee 
Zwart of wit
5 of 10 

Slide 44 - Tekstslide

Werken in studiemeter
Thema 3

Slide 45 - Tekstslide