TL2 hoeveelheden

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoeveelheden 
Om te zeggen hoeveel van iets is, gebruik je:

much, many, a lot of     |      veel
a little     |     een beetje
a few     |      een paar
little, few     |      weinig


Slide 3 - Tekstslide

Maar wanneer gebruik je wat?

Er bestaan 'telbare zelfstandige naamwoorden'
&
niet 'telbare zelfstandige naamwoorden'



Slide 4 - Tekstslide

telbare zelfstandige nwm.
Voor dingen die je kunt tellen gebruik je:
many, a lot of, a few, en few. 

Hoe weet je om dit te gebruiken?
Je weet of je iets kunt tellen als je er two voor kunt zetten.
Two books, two children, two cats, etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Examples:
There are many children in our school.

My brother has a lot of books.

I've got a few questions for you. 

Slide 6 - Tekstslide

Niet-telbare zelf.nwm.
Voor dingen die je niet kunt tellen gebruik je:
much, a lot of, a little en little. 

We're not having much fun.
Mum drinks a lot of water.
They only have little time. 

Slide 7 - Tekstslide

LET OP: 1 bijzonderheid

A lot of 
gebruik je alleen in een bevestigende zin, dus niet in vragen of ontkenningen. 

Slide 8 - Tekstslide

Op een rijtje:

Slide 9 - Tekstslide

He isn't very popular. He has ___
friends.
A
few
B
little
C
many
D
much

Slide 10 - Quizvraag

explanation
He isn't very popular.He has FEW friends

Friends - vrienden = telbaar
het gaat om weinig vrienden
weinig is few
(a few = een paar)

Slide 11 - Tekstslide

Ann is very busy these days. She has ___ free time.
A
few
B
little
C
a lot of
D
much

Slide 12 - Quizvraag

explanation
Ann is very busy these days. She has LITTLE free time.

free time - vrije tijd = ontelbaar
het gaat om weinig vrije tijd
weinig is little
(a little = een beetje)

Slide 13 - Tekstslide

Did you take ___ photographs when you were on holiday?
A
few
B
little
C
many
D
much

Slide 14 - Quizvraag

explanation
Did you take MANY photographs when you were on holiday?

het gaat om VEEL foto's 
vraagzin  of ontkennende zin ? = kiezen uit much/many
photographs - foto's = telbaar
Many
(als het bevestigende zin is + veel = A lot of)

Slide 15 - Tekstslide

I'm not very busy today. I haven't got ___ to do.
A
a lot of
B
a few
C
many
D
much

Slide 16 - Quizvraag

he museum was very crowded. There were too ___ people.
A
few
B
little
C
many
D
much

Slide 17 - Quizvraag

The weather has been very dry recently. We've had ___ rain.
A
few
B
little
C
many
D
much

Slide 18 - Quizvraag

Most of the town is modern. There are ___ old buildings.
A
few
B
little
C
many
D
much

Slide 19 - Quizvraag

Well done!

practise: ex. 9 & 10  pg 110

Slide 20 - Tekstslide