AFP blok 1.1 week 2 les 1

AFP blok 1.1 les 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

AFP blok 1.1 les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Celstofwisseling, levensloop van de cel
       A&F module 2 hoofdstuk 3 en 4
  • Dekweefsel
       A&F module 3 hoofdstuk 1
  • Bouw en functie van de huid                                                                                        A&F module 9 hoofdstuk 1
Downloaden: LessonUp app

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet de buitenkant van de celkern?
A
chromosoom
B
celmembraan
C
kernmembraan
D
mitochondriën

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet de energie centrale van de cel?
A
Lysosomen
B
Mitochondriën
C
Ribosomen
D
Golgicomplex

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heten de onderdelen in een cel?
A
Organen
B
Mitochondriën
C
Lysosomen
D
Organellen

Slide 5 - Quizvraag

Elke cel is hetzelfde, opbouw en uiterlijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

De kernmembraan bevat geen poriën.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Cijferopbouw
  • week 3: opdracht
  • week 5: toets  cellen, huid, pathologie huid
  • week 8 opdracht
  • week? eindtoets
  • opdracht niet ingeleverd (op tijd) = 1
  • toets zonder geldige reden gemist = 1

Slide 8 - Tekstslide

Celstofwisseling / metabolisme
Module 2, hoofdstuk 3

  • Opbouwstofwisseling / assimilatie
Anabole reactie: kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere moleculen
  • Afbraakstofwisseling / dissimilatie
katabole reactie: grote moleculen worden omgezet in kleine moleculen
  • Verbranding / aerobe dissimilatie: in de cel wordt energie verkregen met behulp van zuurstof
Glucose+zuurstof=energie+water+koolstofdioxide
  • Anaerobe dissimilatie: in de cel wordt energie verkregen zonder hulp van zuurstof. Nadeel: brengt minder energie op en meer afvalstoffen
Glucose= energie+melkzuur+water
  • Energie in de cel
ADP+P (fosfaat)+energie=ATP
ADP: Adenosinedifosfaat, ATP: Adenosinetrifosfaat

Slide 9 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen:
versnellers van scheikundige reacties
Eiwitten
Worden door de cel gemaakt
Reactie specifiek
Temperatuur specifiek
Zuurgraad specifiek
Co-enzym= hulpstof
Stofnaam+ase: amylase splitst amylum (zetmeel)

Slide 10 - Tekstslide

Levensloop van de cel
Module 2 hoofdstuk 4
Mitose
Celdeling / mitose
46 chromatide draden worden gekopieerd
De chromatide zit vast aan de chromosoom bij de centromeer
Centrosoom verdubbelt: er zijn nu 4 centriolen
Centrosomen vormen spoeldraden en de chromatiden rollen zich op tot chromosoom
Kernmembraan en kernlichaampjes verdwijnen
Chromosomen rangschikken zich midden in de cel: equatoriaal vlak
Centrosomen komen bij de polen van de cel en er zitten spoedraden een de centromeren
Spoeldraden trekken centromeren uit elkaar, chromatiden gaan mee, alle chromosomen worden daardoor in 2 identieke chromatiden gesplitst
Insnoering ter plaatse equatoriaal vlak
Kernmembraan wordt gevormd, kernlichaampjes worden zichtbaar

Evt voor thuis: Biologiepagina: Video Mitose (NB je hoeft niet alle genoemde fases te kennen)

Slide 11 - Tekstslide

Differentiatie & specialisatie
  • Differentiatie:
Een cel gaat veranderingen in bouw vertonen op basis van de functie die de cel moet gaan uitoefenen.
Anatomisch begrip
  • Specialisatie:
Een gedifferentieerde cel kan zich specialiseren
De cel kan een specifieke taak uitvoeren
Fysiologisch begrip
  • Stamcellen
Bevinden zich in organen, zijn nauwelijks gedifferentieerd, zij kunnen zich delen en zorgen voor nieuwe cellen, bevinden zich in het voorstadium van waartoe de cellen die zij voortbrengen zich zullen differentiëren.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Dekweefsel
Module 3, hoofdstuk 1
Dekweefsel / Epitheel
  • geen tussencelstof
  • geen bloedvaten, voedingsstoffen uit weefsel
  • 1 kant blootgesteld aan de omgeving/vrije kant
  • basaalmembraan
  • levenslang vermogen om te delen ivm snelle slijtage

Slide 15 - Tekstslide

Functies dekweefsel
  • Bescherming tegen chemische stoffen/ziekteverwekkers
  • Transport: stoffen vanuit de omgeving kunnen bij de organen komen
  • Afscheiding van stoffen: secretie van bijvoorbeeld slijm 

Slide 16 - Tekstslide

Eenlagig dekweefsel
  • Plaveisel epitheel: platte cellen met een groot oppervlak. Bescherming en transport, longblaasjes
  • Kubisch epitheel: blokvormige cellen, afscheiding van stoffen, klier wanden
  • Cilindrisch epitheel: langwerpige kokervormige cellen, transport en afscheiding van stoffen, microvilli darmwand
  • Trilhaar epitheel: hoge slanke cellen met aan de vrije kant trilhaar, altijd vergezeld van slijm producerende cellen, luchtwegen

Slide 17 - Tekstslide

Meerlagig dekweefsel
  • Verhoornend plaveisel epitheel: kubisch, onderste laag deelt continue, bovenste laag wordt steeds platter en steviger door hoornstof, daardoor gaat de cel dood, daardoor buitenste laag ondoordringbaar, bescherming,  opperhuid
  • Niet verhoornend plaveisel epitheel: hetzelfde principe behalve de verhoorning, bescherming, met veel slijmcellen, slijmvlies mondholte
  • Overgangsepitheel: enkele lagen kubische of bolvormige cellen, kunnen vervormen zonder te beschadigen, rekbaar, blaaswand

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Klierepitheel
  • alleen secretie functie, daardoor dieper gelegen dichtbij goed doorbloed weefsel
  • Exocriene klieren : afvoerbuis, externe secretie, buisvormig/trosvormig, maagsapklieren, talgklieren
  • Endocriene klieren: geven af aan de bloedbaan, interne secretie, hormonen, schildklier

Slide 20 - Tekstslide

Afscheidings product met werking

Slide 21 - Woordweb

  • Vet: soepel en waterafstotend
  • Water: oplosmiddel en koelmiddel
  • Slijm: glijmiddel, transportmiddel, bescherming
  • Enzymen: voedselvertering
  • Moedermelk: voeding

Slide 22 - Tekstslide

Bouw en functie van de huid
module 9, hoofdstuk 1
Functies van de huid:
  • Bescherming: belangrijkste functie                                       mechanische krachten: schuren                                                                                                                                 chemische invloeden: zeep                                                                                                                                           binnendringen ziekte verwekkers                                                                                                                               te veel UV straling                                                                                                                                                               uitdroging
  • Handhaving lichaamstemperatuur
  • Uitscheiding
  • Waarneming
  • Aanmaak vitamine D

Slide 23 - Tekstslide

Bouw van de huid / cutis
Epidermis / dermis
Opperhuid / epidermis
  • Kiemlaag : stratum germinativum, verankerd in het basaalmembraan, stamcellen, pigment cellen (melanine), dermispapillen, hier kan huidkanker onttaan. 
  • Stekelcellenlaag: stratum spinosum, stevighuid, hoeveelheid melanine hier bepaald huidskleur
  • Korrellaag: stratum granulosum, maken hoornstof (keratine)
  • Heldere laag: stratum licidum, platte cellen vol met hoonstof
  • Hoornlaag: stratum corneum, 15-20 lagen platte dode cellen, . Eelt, patroon dermispapillen loopt door tot in huidlijsten
  • Moedervlek / naevus maternus:opeenhoping van pigmentcellen die veel melanine produceren
  • Sproeten / Efeliden: ophoping melanine.

Slide 24 - Tekstslide

Lederhuid / dermis
Onderhuid
  • aanwezigheid van lymfevaten, bloedvaten en zenuwcellen
  • Reticulaire laag: stratum reticulare, hoog gehalte collagene vezels, gerangschikt in ruitjes reticulum, splijtlijnen
  • Papillaire laag : stratum papillare, veel dermis papillen, bloedvaten en zenuwcellen, fijne collageen en elastische vezels
  • Onderhuid / subcutis: geen onderdeel van de huid, losmazig bindweefsel, onderhuids vetweefsel, warmte isolatie, reserve brandstof, stootkussen

Slide 25 - Tekstslide

Bijzondere huidstructuren
  • Haren: haarwortel, haarschacht, haarzakje, haarbulbus, haarpapil, haarspier
  • Nagels: nagelbed, nagelwalnagelriem, nagelwortel, lunula
  • Borstklieren: melkklieren, tepel 

Slide 26 - Tekstslide

Doorbloeding van de huid
  • Subpapillaire vaatnetwerk : lederhuid
  • Cutane vaatnetwerk: grens lederhuid en onderhuids bindweefsel
  • Fasciale vaatnetwerk: tussen onderhuids bindweefsel en onderliggend weefsel
  • Anastomose: verbindend bloedvat tussen de verschillende vaatstelsels

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoe vonden jullie de les?
Tips & tops?

Slide 30 - Open vraag