5.2 en 5.3 (I) CH

Startopdracht
Beantwoord in je schrift:

  • Wat is genotype 
  • Wat is fenotype
  • Wat heeft er naast genotype 
       nog meer invloed op het fenotype?
Leg op tafel:
   - Werkboek 2b
   - Tekstboek 2b
   - Wisbordje + stift

timer
5:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Beantwoord in je schrift:

  • Wat is genotype 
  • Wat is fenotype
  • Wat heeft er naast genotype 
       nog meer invloed op het fenotype?
Leg op tafel:
   - Werkboek 2b
   - Tekstboek 2b
   - Wisbordje + stift

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Startopdracht 
  • Herhalen basisstof 1
  • Leerdoelen en uitleg basisstof 2 en 3
  • Aan de slag!
  • Samen afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Genotype en fenotype
Fenotype = het uiterlijk (de zichtbare eigenschappen)
Genotype = informatie van de erfelijke eigenschappen, dit ligt 
                         vast in het DNA

Slide 3 - Tekstslide

DNA

Slide 4 - Tekstslide

Chromosomen
  • Bestaan voor een groot deel  uit DNA
          > DNA bevat alle informatie over je erfelijke eigenschappen

Slide 5 - Tekstslide

Fenotype

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2 en 5.3
Na deze les kun je:

- omschrijven wat een gen en eiwit is
- omschrijven waar variatie in genotype ontstaat 

Slide 7 - Tekstslide

Samen lezen
Ga naar pagina 12 in je tekstboek




Regels:
- docent kies wie voorleest
- de rest is stil en leest mee
- je kunt op ieder moment 
  verder lezen

Slide 8 - Tekstslide

Genen
Gen = deel van een chromosoom met de erfelijke informatie voor 1 eigenschap

Gen aan/uit 

Slide 9 - Tekstslide

Genen
Gen = deel van een chromosoom met de erfelijke informatie voor 1 eigenschap

Gen aan/uit 

Slide 10 - Tekstslide

Genen
Komen voor in paren, behalve
in geslachtscellen

Slide 11 - Tekstslide

Genen
Komen voor in paren, behalve
in geslachtscellen

Slide 12 - Tekstslide

Celdeling lichaamscellen
Genotype van een organisme komt tot stand tijdens de bevruchting

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag! (huiswerk)

Maak opdracht 6 en 7 vanaf pagina 11 in je werkboek
     
Klaar? Lees basisstof 3 van thema 5
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Variatie in genotype
Gelijke en ongelijke genenparen

Slide 16 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Geslachtscellen bevatten slechts 1 gen van elk genenpaar
   >bijv: gen voor krullend of stijl haar

Slide 17 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Geslachtscellen bevatten slechts 1 gen van elk genenpaar
   >bijv: gen voor krullend of stijl haar

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag! (huiswerk)

Maak opdracht 11 en 12 vanaf pagina 15 in je werkboek
     
Klaar? Lees vanaf 'mutaties' 
op pagina 19 van je werkboek
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk in plenda schrijven
Voor maandag 17 april:

L: Thema 5, basisstof 2 en 4 (pagina 12 t/m 18 tekstboek 2b)
M:  Thema 5, opdracht 6, 7, 11 en 12 (vanaf pagina 11 werkboek)
     

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2 en 5.3
Na deze les kun je:

- omschrijven wat een gen en eiwit is
- omschrijven waar variatie in genotype ontstaat 

Slide 23 - Tekstslide

Een gen bestaat uit meerdere chromosomen
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 24 - Quizvraag

Een vader geeft 1 gen per eigenschap door aan zijn kind
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 25 - Quizvraag

Geslachtscellen bevatten evenveel chromosomen als lichaamscellen
A
Juist = staan
B
Onjuist = zitten

Slide 26 - Quizvraag