V4_SK_BOEC tabel_Wk19_Les1

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak week voor vakantie
- Bestuderen Hoofdstuk 6, Paragraaf 3 uit het boek (blz 149 t/m 151)
- Maken opdracht 21 t/m 24 uit het boek (blz 150&152) of in de online omgeving.
- Uitwerken Practicum 10 – Roze/paars/blauw (blz 150 en 153)

Slide 3 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 6, Paragraaf 4 uit het boek (blz 154&155)
- Maken opdracht 30 t/m 33 uit het boek (blz 155) of in de online omgeving.

- Bestuderen Hoofdstuk 6, Paragraaf 5 uit het boek (blz 156 t/m 158)
- Maken opdracht 36 t/m 38 uit het boek (blz 158) of in de online omgeving.
- Uitwerken Practicum 11 – Beïnvloeding van een evenwicht (blz156 en 159)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik stel een BOEC-tabel op en reken daarmee aan chemische evenwichten.
- Ik stel de evenwichtvoorwaarde op van een evenwicht en kan berekeningen uitvoeren aan de hand van deze evenwichtsvoorwaarde.




Slide 5 - Tekstslide

Evenwichtsreacties
Aflopende reactie
- Gaat maar 1 kant op.

Evenwichtreactie
- Gaat heen en weer.
- Dynamisch


Slide 6 - Tekstslide

Evenwichtsreactie
Evenwicht stikstofdioxide (bruin) en distikstoftetraoxide (kleurloos)
2NO2(g)N2O4(g)

Slide 7 - Tekstslide

Evenwichtsreacties
Er vinden twee reacties plaats:
> 2 NO2(g) ⇄ N2O4(g) (A ⇄ B) 
> N2O4(g) ⇄ 2 NO2(g) (B ⇄ A)

Bij evenwicht zijn de reactie is de reactiesnelheid (s) gelijk van beide reacties

De tijd die nodig is tot de vorming van het evenwicht noemen we de insteltijd

Slide 8 - Tekstslide

Evenwichtsreacties

Slide 9 - Tekstslide

Evenwichtsreacties

Slide 10 - Tekstslide

Evenwichtsreacties
Werkelijke snelheid dus niet 
precies het gemiddelde, maar 
afhankelijk van de concentraties

Slide 11 - Tekstslide

Evenwichtsreacties
Ligging van evenwicht wordt beïnvloed door:
- Temperatuur
- Druk

Slide 12 - Tekstslide

De druk wordt verhoogd. Naar welke kant verschuift het volgende evenwicht?
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Geen verandering

Slide 13 - Quizvraag

De reactie naar links is endotherm. De temperatuur wordt verlaagd. Hoe veranderd de ligging van het evenwicht?
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Geen verandering

Slide 14 - Quizvraag

Evenwichtsvoorwaarde
Tabel 37B:

Bij evenwicht: 

Evenwichtsvoorwaarde bij evenwicht:
mA+nBqC+rD
Qc=Kc
Kc=[A]m[B]n[C]q[D]r

Slide 15 - Tekstslide

Stel de evenwichtsvoorwaarde op voor:
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)
A
Kc=[NH3]2[N2][H2]3
B
Kc=[N2][H2]3[NH3]2
C
Kc=[N2]+[H2]3[NH3]2
D
Kc=[N2][H2][NH3]

Slide 16 - Quizvraag

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
Omzetting
Evenwicht
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 17 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Stel je krijgt de volgende opdracht:
0,30 mol waterstof reageert met 0,20 mol stikstof in een reactie vat met een volume van 2 liter. Er ontstaat een evenwicht. Bij evenwicht is er 0,10 mol ammoniak ontstaan. Wat zijn de concentraties bij evenwicht. 

Slide 18 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
0,30
0,20
0
Omzetting
Evenwicht
0,10
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 19 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Stel je krijgt de volgende opdracht:
0,30 mol waterstof reageert met 0,20 mol stikstof in een reactie vat met een volume van 2 liter. Er ontstaat een evenwicht. Bij evenwicht is er 0,10 mol ammoniak ontstaan. Wat zijn de concentraties bij evenwicht. 

Slide 20 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
0,30
0,20
0
Omzetting
+ 0,10
Evenwicht
0,10
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
0,30
0,20
0
Omzetting
- (0,10 * 3/2)
- (0,10* 1/2)
+ 0,10
Evenwicht
0,10
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 22 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
0,30
0,20
0
Omzetting
- 0,15
- 0,05
+ 0,10
Evenwicht
0,15
0,15
0,10
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 23 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Stel je krijgt de volgende opdracht:
0,30 mol waterstof reageert met 0,20 mol stikstof in een reactie vat met een volume van 2 liter. Er ontstaat een evenwicht. Bij evenwicht is er 0,10 mol ammoniak ontstaan. Wat zijn de concentraties bij evenwicht. 

Slide 24 - Tekstslide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
0,30
0,20
0
Omzetting
- 0,15
- 0,05
+ 0,10
Evenwicht
0,15
0,15
0,10
Concentratie
0,15/2=
0,075 mol/L
0,15/2=
0,075 mol/L
0,10/2=
0,05 mol/L
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 25 - Tekstslide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 6, Paragraaf 4 uit het boek (blz 154&155)
- Maken opdracht 30 t/m 33 uit het boek (blz 155) of in de online omgeving.

- Bestuderen Hoofdstuk 6, Paragraaf 5 uit het boek (blz 156 t/m 158)
- Maken opdracht 36 t/m 38 uit het boek (blz 158) of in de online omgeving.
- Uitwerken Practicum 11 – Beïnvloeding van een evenwicht (blz156 en 159)

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting - Leerdoelen
- Ik stel een BOEC-tabel op en reken daarmee aan chemische evenwichten.
- Ik stel de evenwichtvoorwaarde op van een evenwicht en kan berekeningen uitvoeren aan de hand van deze evenwichtsvoorwaarde.




Slide 27 - Tekstslide

Bij het evenwicht reactie tussen

is uit 3 mol NO2 bij evenwicht 0,75 mol N2O4
gevormd. Hoeveel stikstofdioxide is er nog over?
2NO2(g)N2O4(g)
2NO2(g)N2O4(g)
2NO2(g)N2O4(g)
2NO2(g)N2O4(g)
A
2 mol
B
0,75 mol
C
0 mol
D
1,5 mol

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de evenwichtsvoorwaarde van dit evenwicht?
2NO2(g)N2O4(g)
A
Kc=[N2O4][NO2]
B
Kc=[NO2][N2O4]
C
Kc=[NO2]2[N2O4]
D
Kc=[NO2]+[N2O4][N2O4]

Slide 29 - Quizvraag

Afsluiting - Leerdoelen
- Ik stel een BOEC-tabel op en reken daarmee aan chemische evenwichten.
- Ik stel de evenwichtvoorwaarde op van een evenwicht en kan berekeningen uitvoeren aan de hand van deze evenwichtsvoorwaarde.




Slide 30 - Tekstslide