In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Ga rustig zitten
iPad gesloten op tafel
Wacht rustig tot ik start
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik weet:
- hoe ik het onderwerp van een tekst kan vinden.
- hoe ik inleiding, slot en hoofdgedachte kan vinden.
- welke 4 manieren van lezen er zijn.
- hoe ik vragen juist moet beantwoorden.
Ik kan:
- een tekst begrijpend lezen en de vragen erbij maken.
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 1
Open de tekst 'Niet speciaal uitgezocht' op It's.
Maak de opdracht individueel (thuis) of in tweetallen (op school).
Duur: 10 minuten
Slide 3 - Tekstslide
De juiste volgorde is:
1e: In de ideale wereld ..
2e: Zo kun je ...
3e: Er is dus ..
4e: Er zijn nog twee ...
5e: Van het ideale beeld ...
Slide 4 - Tekstslide
Ik had/ wij hadden dit goed
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heb je de opdracht aangepakt?
Slide 6 - Woordweb
Herhaling theorie H1 t/m 3
H1 Onderwerp van een tekst
H2 Inleiding, slot en hoofdgedachte
H3 4 manieren van lezen
Slide 7 - Tekstslide
H1 Onderwerp van een tekst
Lees de tekst oriënterend:
- Bekijk de titel en tussenkopjes.
- Lees de eerste alinea.
- Bekijk de illustratie.
- Lees anders gedrukte woorden.
Tip: Wat wordt steeds benadrukt/ herhaald in de tekst?
Zo vind je het onderwerp van de tekst
Slide 8 - Tekstslide
H2 Inleiding
- Eerste deel van de tekst.
- Onderwerp genoemd.
- Met een voorbeeld, een (grappig) verhaaltje (anekdote) of een bijzondere situatie.
- Doel: lezer nieuwsgierig maken.
Slide 9 - Tekstslide
H2 Slot
- Het laatste deel.
- Conclusie of korte samenvatting, vooruitblik of haakt aan bij de inleiding.
- Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak het slot.
- Bij informatieve teksten, zoals in naslagwerken en op internet, ontbreken inleiding en slot bijna altijd.
Slide 10 - Tekstslide
H2 Hoofdgedachte
- Zelf formuleren als hij niet in inleiding of slot staat.
- Vertel in één goede Nederlandse zin wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp.
Slide 11 - Tekstslide
H3 Manieren van lezen:
1) Oriënterend lezen (H1)
2) Zoekend lezen (H2)
3) Globaal lezen (H2)
4) Precies lezen (H3)
Slide 12 - Tekstslide
Oriënterend lezen
Doel: je zoekt het onderwerp van een tekst.
Aanpak: Je bekijkt de titel en tussenkopjes, je leest de eerste alinea, je bekijkt de illustratie, je leest anders gedrukte woorden.
Slide 13 - Tekstslide
Zoekend lezen
Doel: je zoekt een antwoord op in de tekst
Aanpak: je kijkt de tekst snel door. Je let op tussenkopje, anders gedrukte woorden en tekens (bolletjes, streepjes etc.)
Die kunnen je helpen het antwoord te vinden.
Slide 14 - Tekstslide
Globaal lezen
Doel: Je wilt de deelonderwerpen vaststellen
Aanpak: Lees de eerste en laatste zin van elke alinea. Bepaal steeds waar de alinea over gaat. Soms gaan een aantal alinea's over hetzelfde deelonderwerp, die alinea's kunnen samen eenzelfde tussenkopje krijgen.
Slide 15 - Tekstslide
Precies lezen
Doel:Je wilt de hoofdgedachte van de tekst bepalen.
Aanpak:Je leest de hele tekst nauwkeurig van het begin tot het eind.
Slide 16 - Tekstslide
Antwoord formuleren
- Lees de vraag eerst heel goed.
- Zoek in de tekst naar het antwoord.
- Lees de vraag daarna nog eens en onderstreep het antwoord in de tekst.
- Formuleer daarna in een goede zin je antwoord en noteer het.
Slide 17 - Tekstslide
Tekst lezen
It's learning: Valentijnsdag
Maak aantekeningen:
Onderstreep: belangrijke zaken
Zet een streep in de kantlijn naast de kernzin.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak H3 lezen opdr. 4
> Formuleer je antwoord juist!
> Neem de tijd
Klaar?
Maak je schrijfopdracht verder af.
Slide 19 - Tekstslide
Ga verder in stilte
Maak H3 lezen opdr. 4
> Formuleer je antwoord juist!
> Neem de tijd
Klaar?
Maak je schrijfopdracht verder af.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Welke 4 manieren van lezen ken je?
Slide 23 - Open vraag
Wat wil de schrijver bereiken met zijn inleiding?
Slide 24 - Open vraag
Hoe doet de schrijver dat met zijn inleiding? Welke tactieken ken je al?