Tekstverbanden

Tekst
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden 

Wanneer je tekstverband aanbrengt, zorg je voor samenhang in een tekst. Voor logica in de volgorde van de ene zin naar de andere en van de ene alinea naar de andere. Zo begrijpen lezers sneller waar de tekst over gaat. 
  • opsomming
  • voorbeeld
  • tegenstelling
  • oorzaak en gevolg
  • reden of verklaring

Slide 2 - Tekstslide

Signaalwoorden


Een signaalwoord, ook wel een verbindingswoord  genoemd, is een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen twee alinea's, zinnen of deelzinnen. Het woord "signaleert" een opsomming,  een tegenstelling, een plaats, een chronologisch verband, enzovoort.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt net een aantal signaalwoorden gezien; maak eens een zin met een van die woorden.

Slide 5 - Open vraag


Dit najaar kan iedereen meepraten over een mogelijke toekomst waarin donordieren ons donortekort oplossen. Ik wil weten hoe je een goede dialoog over zo’n complex en gevoelig thema organiseert. Daarom ben ik bij dit project betrokken als participerende journalist.

Lianne Tijhaar

Slide 6 - Tekstslide

Van welk tekstverband is in het fragment sprake?
A
TEGENSTELLING
B
OORZAAK EN GEVOLG
C
REDEN OF VERKLARING
D
VOORBEELD

Slide 7 - Quizvraag


Mens en samenleving kunnen erdoor veranderen, op manieren die wetenschappers niet hebben voorzien. Vaak denken we dan meteen aan nadelige gevolgen, maar de onverwachte gevolgen kunnen ook positief zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Van welk tekstverband is in het fragment sprake?
A
OPSOMMING
B
REDEN OF VERKLARING
C
TEGENSTELLING
D
OORZAAK EN GEVOLG

Slide 9 - Quizvraag




Zij leidt de gesprekken in goede banen. Aanwezig zijn onder meer hoogleraren, artsen, embryologen, medisch biologen, medisch-ethici en nierpatiënten.

Slide 10 - Tekstslide

Van welk tekstverband is in het volgende fragment sprake?
A
opsomming
B
reden of verklaring
C
oorzaak en gevolg
D
tegenstelling

Slide 11 - Quizvraag

Wat onthoud je van deze les?

Slide 12 - Open vraag