Limburgs kallen

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

'T is een kwestie van geduld
rustig wachten op de dag
dat heel Holland Limburgs lult
dat heel Holland Limburgs lult

Rowwen hèze


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goejemurrege
Een lesje Limburgs ...


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Limburgs eigenlijk?
Als laatste provincie deel van Nederland
Invloeden uit Frans en Duits
Elk dorp zijn eigen dialect
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken 

Verschilt van het Nederlands in uitspraak en woordenschat:
  1. eigen woorden (kalle, nut - kiek neet zo nut)
  2. eigen persoonlijke voornaamwoorden (ich, doe, dich, geer)
  3. toontaal (ander woord, andere betekenis (wies)


Slide 6 - Tekstslide

Chinees: ma
ja/nee-vraag, paard, scheldwoord
Kallen
Middelnederlands: calle = spreken
kallen = spreken, praten
kal = praat, taal

Wat betekent dan:
plat kallen
sjaele kal

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loester good!
... en doot mit!

Wat beteikene de wäörd?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kere
A
omkeren
B
zwaaien
C
vegen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gans
A
helemaal
B
gans
C
eend
D
vooral

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gezèt
A
dik
B
krant
C
zittend
D
stoel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

stevel
A
tafel
B
laars
C
slootje
D
stevig

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Henjige oetdrökkingen
Mer ... wat beteikene ze?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kump good!

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Och germ

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Auw mök, wat un gezever

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat beteikene de volgende wäörd?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sjóttelsplak
sjravele
aomezeik
sjnoebel
zwegelstekske
lucifer
lieverd
vaatdoek
mier
onrustig bewegen

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gank op zeuk!
Zoek de juiste betekenis bij het Limburgse woord!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een korte survivalgids!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeg mij maar na ...
Goedemorgen = Goejemurrege
Goedemiddag = Goejemiddig
Goedenavond = Goejenaovend
Tot ziens = Hoije, haije, adieë (wa)
Alstublief = Estebleef
Dankuwel = Danke
Geen dank = Gein dank

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeg mij maar na ...
Watbleef? = Wat zegt u?
Enne? = Hoe gaat het?
Enne, wie geit het? = En, hoe gaat het?
Auch enne! = Goed, en met jou?
Geis se mit? = Ga je mee?
Wat zèk ger? = Wat zegt u?
Ich kal gein plat = Ik spreek geen Limburgs 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Onomatopee of klanknabootsing
knerpen, zwiepen, kreunen, steunen, rinkelen, kraken

Wat betekent dan pratsj?

modder, drek, blubber of smurrie
afgeleid van het zompige geluid dat je wandelschoen maakt wanneer je wegzakt in de modder. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies