Woordenschat Lj 2

Woordenschat bouwstenen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat bouwstenen

Slide 1 - Tekstslide

Woord van het jaar 2022
klimaatklever
Definitie van klimaatklever: 'activist die zich aan een object van symbolische waarde vastplakt om de aandacht van het publiek te vestigen op de klimaatproblematiek'.
De top drie van 2022:
1. klimaatklever
3. energietoerisme

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is woordenschat belangrijk?

Slide 3 - Open vraag

Waarom is woordenschat belangrijk?
 Een ruime woordenschat is belangrijk voor alle taalvaardigheden. Iemands woordenschat is verbonden aan succes op school, begrijpend lezen en het kunnen leren van teksten. Woordenschat heeft alles te maken met het kunnen spreken, luisteren en lezen.

Slide 4 - Tekstslide

Bovendien...
heb je immers woorden nodig, en kennis over hun betekenis en gebruik om je gedachten en ideeën over te kunnen brengen, zowel mondeling als schriftelijk. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel taalkennis heb je nodig om een tekst te snappen?
 
Weet je wat er gebeurt als je woorden niet snapt? Dan haak je af. Ook jij. Zeker als het te vaak gebeurt. Zo is het voor iedereen en bij mensen met een kleinere woordenschat komt dit vaker voor.


Weet jij hoeveel procent van een taal je moet kennen om de tekst te kunnen snappen?
 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Zo kun je een betekenis van een woord uit de tekst afleiden:

  • Er staat een omschrijving of definitie van het woord in de tekst
  • Er staat een synoniem van het woord in de tekst
  • Het woord wordt uitgelegd met behulp van een voorbeeld
  • Er staat een woord met een tegenstelde betekenis in de tekst
  • je kent een deel van het woord

Slide 8 - Tekstslide

of je zoekt het op!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De arts bespreekt met de patiënt de DIAGNOSE
A
medicatie
B
ziektebeeld
C
advies over gezondheid
D
toekomstbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Mijn buurman LEASET een auto
A
koopt van zijn spaargeld
B
huurt voor langere tijd
C
leent tijdelijk
D
openbreken

Slide 12 - Quizvraag

Van oude grondstoffen iets nieuws maken
A
recyclen
B
evolueren
C
abstraheren
D
opwekken

Slide 13 - Quizvraag

de maximale afstand die een voertuig af kan leggen met een bepaalde hoeveelheid energie
A
domein
B
actieradius
C
accu
D
afstandscalculator

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
bijeenkomst
B
conferentie
C
vergadering
D
afbeelding

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
evolueren
B
fascineren
C
ontwikkelen
D
veranderen

Slide 16 - Quizvraag

Indonesië BEHOORDE TOT het Nederlandse rijk
A
was de baas over
B
was in oorlog met
C
was een deel van
D
was een provincie

Slide 17 - Quizvraag

Iets wat je moeilijk vindt, maar waarvan je denkt dat het wel gaat lukken is
A
een fiasco
B
een uitdaging
C
een schande
D
een discipline

Slide 18 - Quizvraag

Zeggen dat iemand iets moet doen of gebruiken is
A
voorschrijven
B
volhouden
C
archiveren
D
benadrukken

Slide 19 - Quizvraag

De kracht om iets te blijven doen ook als je geen zin hebt is
A
de uitdaging
B
de consumptie
C
de trots
D
de discipline

Slide 20 - Quizvraag

De ........... van cola ligt in Nederland op 34 liter per persoon per jaar
A
consumptie
B
discipline
C
indicatie
D
reputatie

Slide 21 - Quizvraag

Hij schroomde om dat te doen
A
maakte zich klaar
B
keek er naar uit
C
weigerde
D
aarzelde

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van cruciaal?
A
gewichtig
B
normaal
C
onbelangrijk
D
het laatste

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de taak van een vroedvrouw?
A
Vrouw die een bevalling begeleidt
B
Vrouw die voedsel verbouwd
C
Vrouw die voedsel controleert
D
Vrouw die zaken onderzoekt

Slide 24 - Quizvraag

Ze reageerde direct op het voorstel. Welk woord past hier bij?
A
ondernemen
B
aanslaan
C
openen
D
aarzelen

Slide 25 - Quizvraag

Kampioen woordenschat

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Taalblokken Woordenschat bouwsteen 1 t/m 8

Slide 27 - Tekstslide