In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 13.1
Uitleg basisstof 13.2 en 13.3
Maken opdrachten basisstof 13.2
Uitleg basisstof 13.3
Verder werken aan de opdrachten
Quiz
Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
De bloedsomloop
Slide 2 - Tekstslide
Rode bloedcellen worden gevormd in het rode beenmerg. Wat heeft het beenmerg nodig voor deze vorming?
A
eiwitten
B
vitaminen
C
ijzer
D
glucose
Slide 3 - Quizvraag
Bij bloedonderzoek van een zwangere vrouw wordt het hemoglobinegehalte (Hb) bepaald. In welke bloeddeeltjes bevindt het hemoglobine zich?
A
In de bloedplaatjes
B
In de witte bloedcellen
C
In de rode bloedcellen
D
In de leukocyten
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Het vervoeren van zuurstof
B
Het maken van afweerstoffen
C
Het dichtmaken van wondjes door bloedstolling
D
Het bestrijden van ziekteverwekkers
Slide 5 - Quizvraag
Wat weet je over bloedplasma?
A
Bestaat vooral uit eiwit
B
vervoert vooral zuurstof
C
vervoert CO2 en voedingsstoffen
D
bestaat uit delen uiteengevallen cellen
Slide 6 - Quizvraag
De bloedsomloop
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
13.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
13.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
13.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.
Alle bloedvaten van een mens bij elkaar zijn honderdduizend kilometer lang. Dat is tweeënhalf keer de omtrek van de aarde.
Slide 8 - Tekstslide
De dubbele bloedsomloop bij een mens (schematisch).
Slide 9 - Tekstslide
3 soorten bloedvaten
Slagaders: Transport bloed van hart af.
Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.
Aders:
Transport bloed naar hart toe.
Slide 10 - Tekstslide
Slagaders
- Slagaders vervoeren het bloed van het hart af.
- Bloed in de slagaders bevat veel zuurstof.
- De bloedruk in de slagaders is hoog.
- De wanden van de slagaders zijn dik en elastisch.
- Slagaders liggen diep in het lichaam.
Slide 11 - Tekstslide
Haarvaten
De kleinste bloedvaatjes zijn de haarvaten. De wand van deze bloedvaten is nog slechts één cellaag dik.
De haarvaten in een orgaan vormen samen een haarvatennet.
Door de dunne wand vindt er stofwisseling plaats.
Slide 12 - Tekstslide
Aders
Hierdoor stroomt het bloed van de organen weg, terug naar het hart.
De bloeddruk in de aders is laag.
Veel aders bevatten kleppen, vooral de aders in armen en benen.
De aderkleppen laten het bloed door naar het hart. Ze voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de organen.
Bouw van de aders
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Bloedvatenstelsel
Slide 16 - Tekstslide
Naamgeving
Beenslagader
Beenader
Slide 17 - Tekstslide
Poortader
Vervoert voedingsstoffen naar de lever.
Via de poortader bereiken alle opgenomen voedingsstoffen de lever.
De lever controleert de hoeveelheden en stelt bijvoorbeeld de bloedsuikerspiegel bij door glucose op te nemen en om te zetten naar glycogeen of andersom.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag!
Je maakt van les 13.2
Maken opdracht 1 t/m 4 + 8 (evt. 5, 6).
Slide 19 - Tekstslide
13.3 Het Hart
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoelen
13.3.1 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
13.3.2 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten
Slide 21 - Tekstslide
Ligging van je hart
rechts links
Slide 22 - Tekstslide
De bouw van het hart
Slide 23 - Tekstslide
Bloedsomloop in het hart
Slide 24 - Tekstslide
Gespierde wanden in het hart.
Het verschil tussen rechts en links.
Kleine bloedsomloop
Slide 25 - Tekstslide
Werking hartkleppen
Werking halvemaanvormige kleppen
Kleppen
Slide 26 - Tekstslide
rechterboezem
1
linkerkamer
2
Hartkleppen
3
hartkleppen
3
harttussenwand
5
Halvemaanvormige kleppen
6
Werking van het hart
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Aan de slag!
Je maakt van les 13.2 De bloedsomloop
Maken opdracht 1 t/m 4 + 8 (evt. 5, 6).
Je maakt van les 13.3: Het hart
- Bestuderen lesstof;
- Maken opdracht 1 t/m 5 (+ evt. 6).
Slide 29 - Tekstslide
Poortader
Leverader
Leverslagader
Slide 30 - Sleepvraag
De functie van de grote bloedsomloop is het opnemen en afgeven van zuurstof aan de organen.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 31 - Quizvraag
Slagaders hebben een wand van 1 cellaag dik
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 32 - Quizvraag
De kleppen zonder nummer voorkomen dat er bloed terug stroomt naar de boezems
A
ja
B
nee
Slide 33 - Quizvraag
De bloeddruk in de slagaders is hoog
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 34 - Quizvraag
Bloed dat door de aders stroomt is bijna altijd zuurstof arm/afvalstof rijk
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 35 - Quizvraag
Welke fase van de hartslag zie je in de afbeelding?