Spelling H5: Persoonsvorm in samengestelde zinnen

                        Welkom M2
                                         

                                                      Ga rustig op je plek zitten en  
                                                     pak je leesboek er alvast bij!

                                                   

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                        Welkom M2
                                         

                                                      Ga rustig op je plek zitten en  
                                                     pak je leesboek er alvast bij!

                                                   

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lezen (10 minuten)
  • Theorie (10 minuten)
  • Zelfstandig werken (25 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
wat
B
is
C
de persoonsvorm
D
in

Slide 4 - Quizvraag

Benoem de persoonsvorm in de volgende zin:
'Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.'

A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm in de zin?
persoonsvorm
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 8 - Sleepvraag

Welke zin is een enkelvoudige zin?
A
Morgenavond zal Ajax van Feyenoord winnen!
B
Overmorgen zal Feyenoord van PSV winnen, want PSV mist Lozano.

Slide 9 - Quizvraag

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Nu is een selfie in een seconde gepiept, maar is het resultaat daarom minder waard?
B
Tijdens het Museumweekend presenteerde de organisatie het allereersteSelfiemuseum.
C
Geen van beide

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij hoe je de persoonsvorm in meervoudige zinnen kunt vinden. 

Aan het einde van deze les kun jij de persoonsvormen in meervoudige zinnen correct spellen. 

Slide 11 - Tekstslide

Persoonsvorm in samengestelde zin
In samengestelde zinnen vind je de persoonsvorm door de zin van tijd te veranderen. 

- De gemeenteraad heeft besloten dat de kleine dorpsschool wordt opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zal teruglopen.
- De gemeenteraad had besloten dat de kleine dorpsschool werd opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zou teruglopen. 

Let op: als je een samengestelde zin vragend maakt, komt er maar één persoonsvorm vooraan te staan. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Verander de volgende zin van tijd:
De journalist vertelde dat de generaal met de minister had overlegd wanneer de F16's het bombardement zouden uitvoeren.

Slide 14 - Open vraag

Welke werkwoorden in deze zin zijn een persoonsvorm?
Mijn vriendin overnacht bij mij, voordat ze op vakantie gaat.

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden vertelde, had en zouden?
De journalist vertelde dat de generaal met de minister had overlegd wanneer de F16's het bombardement zouden uitvoeren.
A
Persoonsvormen
B
Sterke werkwoorden
C
Zwakke werkwoorden

Slide 16 - Quizvraag

Welke werkwoorden in deze zin zijn een persoonsvorm?
Piet mist zijn vriendin, want zij rondt in de VS een studie af.

Slide 17 - Open vraag

Welke persoonsvorm(en) staan er in de volgende zin?
Ik ben naar school geweest om mijn vrienden en docenten weer te zien.
A
Ben
B
Ben, geweest
C
Geweest, zien
D
Ben, zien

Slide 18 - Quizvraag

Groepen
Groep 1:
Namen lln 
Groep 2:
Namen lln 
Groep 3:
Namen lln

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag: huiswerk
H5: Pv in samengestelde zinnen
Groep 1:                                                          
  • Startopdracht                                      
  • Opdracht 1                                             
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 4
  • Keuze: opdracht 5 of 6
  • Opdracht 8
Groep 2 en 3:
  • Startopdracht
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Keuze: herhalingsopdracht 1 of 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 4
  • Opdracht 8

Slide 20 - Tekstslide

Persoonsvorm bij
samengestelde zinnen

Slide 21 - Woordweb