In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
- Uitleg beperkende en uitbreidende bijzin
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
- Je kunt een beperkende en uitbreidendebijvoeglijke bijzin van elkaar onderscheiden.
- Je kunt een correcte beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzin schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Bijvoeglijke bijzin
- Geeft onmisbare of extra informatie over het woord dat ervoor staat.
- Staat meestal achter een znw.
- Begint met een betrekkelijk vnw. (bijv. die of dat) of voorzetsel (over, naast, tijdens)
1 De scholieren, die hun huiswerk niet deden, kregen allemaal straf.
2 De scholierendie hun huiswerk niet deden, kregen allemaal straf.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen zin 1 en zin 2? 1 De scholieren, die hun huiswerk niet deden, kregen allemaal straf. 2 De scholieren die hun huiswerk niet deden, kregen allemaal straf.
Slide 4 - Open vraag
Beperkende bijvoeglijke bijzin
- Een beperkende bijvoeglijke bijzin bevat informatie die onmisbaar is voor het begrip van de zin.
- De informatie van de bijzin specificeert / 'beperkt' de betekenis van het antecedent.
Zet een komma achterde bijvoeglijke bijzin.
Uitbreidende bijvoeglijke bijzin
Een uitbreidende bijvoeglijke bijzin voegt extra informatie toe
die je eventueel ook wegzou kunnen laten.
Zet een komma vooren achterde bijvoeglijke bijzin.
Slide 5 - Tekstslide
Welke zin is juist?
A
De verpakkingen, die niet hergebruikt kunnen worden, gaan de vuilnisbak in.
B
De verpakkingen die niet hergebruikt kunnen worden, gaan de vuilnisbak in.
Slide 6 - Quizvraag
Beide antwoorden zijn goed!
Het hangt af van de betekenis van de zin.
1 De verpakkingen, die niet hergebruikt kunnen worden,gaan de vuilnisbak in.
2 De verpakkingen die niet hergebruikt kunnen worden, gaan de vuilnisbak in.
Zin 1 drukt uit dat een aantal verpakkingen (blijkbaar alle verpakkingen waarvan sprake is) de vuilnisbak ingaan.
In zin 2 zijn het slechts de niet-herbruikbare verpakkingen (en geen andere) die de vuilnisbak ingaan.
Slide 7 - Tekstslide
De rugbysters, die na de uitschakeling uitgeput waren, lopen naar de kleedkamer.
A
Uitbreidend: alle rugbysters waren uitgeput en lopen weg
B
Beperkend; alleen de rugbysters die uitgeput waren lopen weg
Slide 8 - Quizvraag
Appels die nog niet helemaal rijp zijn, kun je beter niet eten.
A
Uitgebreidend: een deel van de appels kun je niet eten
B
Beperkend: het gaat alleen om de appels die nog niet helemaal rijp zijn
Slide 9 - Quizvraag
Leraren die veertig uur per week werken, hebben recht op arbeidstijdverkorting.
A
Uitbreidend: alle leraren werken veertig uur per week
B
Beperkend: alleen díe leraren hebben daar recht op
Slide 10 - Quizvraag
Huiswerk
Donderdag 7 oktober
10 minuten lezen in de les Allemaal leesboek mee. Maak vraag 1 t/m 10, blz. 160 bij het verhaal ‘Te laat’.
Maandag 11 oktober T
Maak opdr. 1, 2, 3, 4, blz. 115-117.
Leer uit het Vakboek blz. 144-145, 165-168, 194-195.