Hoofdstuk 7 - les 2

Welkom bij Nederlands

  • Uitleg bijvoeglijke bijzin
  • Werken aan weektaak 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

  • Uitleg bijvoeglijke bijzin
  • Werken aan weektaak 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je leert een betrekkelijk voornaamwoord herkennen.
- Je leert een bijvoeglijke bijzin te herkennen.
- Je leert een beperkende bijzin herkennen.
- Je leert een uitbreidende bijzin herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil?
  1. De boom die gisteren omgevallen is, rot weg.

  2. Die boom is gisteren om gevallen en rot weg. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarnaar verwijst 'dat' in de volgende zin? De burgemeester gaf het voetbalteam, dat kampioen was geworden, een prijs.

Slide 4 - Open vraag

Betrekkelijk voornaamwoord

Verwijst naar een woord of meer woorden die eerder in de zin staan.


Vaak gebruikt: die, dat, wie, wat

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin
  • De bijvoeglijke bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord.
  • Het betrekkelijk voornaamwoord hoort dus bij de bijvoeglijke bijzin.
  • De bijvoeglijke bijzin bevat een persoonsvorm.

Let op:
Een voorzetsel voor 'wie' telt mee bij de bijvoeglijke bijzin.

Slide 7 - Tekstslide

Zoek de bijvoeglijke bijzin
Het grote vliegtuig, dat ik vanmorgen zag, is neergestort. 

Je schold me uit, wat ik erg onprettig vond. 

De directeur, aan wie ik dat gevraagd heb, heeft nog geen antwoord gegeven. 

Slide 8 - Tekstslide

Zoek de bijvoeglijke bijzin
Het grote vliegtuig, dat ik vanmorgen zag, is neergestort. 

Je schold me uit, wat ik erg onprettig vond

De directeur, aan wie ik dat gevraagd heb, heeft nog geen antwoord gegeven. 

Slide 9 - Tekstslide

Zoek het verschil

  1. De scholieren, die hun huiswerk niet deden, kregen allemaal straf.

  2. De scholieren die hun huiswerk niet deden, kregen allemaal straf.

Slide 10 - Tekstslide

Beperkende  bijvoeglijke bijzin

- Bevat informatie die onmisbaar is voor het begrip van de zin.
- De informatie van de bijzin specificeert / 'beperkt' de betekenis.

Zet een komma achter de bijvoeglijke bijzin.
Uitbreidende bijvoeglijke bijzin

Een uitbreidende bijvoeglijke bijzin voegt extra informatie toe
die je eventueel ook weg zou kunnen laten.



Zet een komma voor en achter de bijvoeglijke bijzin.

Slide 11 - Tekstslide

Weektaak
Wat? H7 opdracht 14, 15, 16
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 20 minuten
Klaar? 20a, 21 en 24 (wordt huiswerk)

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide