Politiek: Politieke invloeden, verdeling van macht, corruptie etc.
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet je al van Rotterdam?
Slide 7 - Woordweb
In de volgende dia krijg je een filmpje te zien over Rotterdam, hierbij staan er een aantal vragen centraal bij het bekijken van dit filmpje:
Hoe zag het stadscentrum van Rotterdam er vroeger uit?
Hoe ziet het stadscentrum er tegenwoordig uit?
Wat heeft ervoor gezorgd dat Rotterdam de stad heeft kunnen opbouwen zoals het nu is?
Welke invloed geeft de Markthal aan een bezoeker?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Model van een stad
(Europees model)
Oudste deel = historische binnenstad (1e ring)
Stadscentrum (ook wel centrale zakenwijk, CBD) --> hier vind je kantoren-, winkel en uitgaansgelegenheid. (2e ring)
Toen de industrie werden er veel 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken - stadswijken voor WO2(voor 1940)) gebouwd aan de rand van het stadscentrum. (3e ring)
Aan de rand van de stad liggen de moderne/nieuwe woonwijken(in de V.S. kennen we die als suburbs). Buiten het stadscentrum is daar meer ruimte voor. (4e ring)
Historische binnenstad
Stadscentrum (centrale zakenwijk, CBD)
19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken)
Moderne woonwijken(naoorlogse wijken)
Slide 10 - Tekstslide
Hoe ziet het stadsmodel er in Rotterdam uit?
1e ring
2e ring
3e ring
Dus Afrikaanderwijk is een voorbeeld van een wijk voor WO2
Slide 11 - Tekstslide
Binnenstad Rotterdam:
In de binnenstad ontstonden de eerste havens (vormden samen Stadsdriehoek (wijk in Rotterdam ))
Na 1870 werd Rotterdam belangrijkste aan- en afvoerhaven voor industriegebieden (net als het Ruhrgebied)
Als gevolg hiervan kwamen veel mensen naar Rotterdam om te gaan werken, voor deze mensen moesten er ook woningen komen. Deze werden aangelegd en zijn de eerste echte arbeiderswoningen in Rotterdam.
Deze woningen werden gebouwd vanuit het economisch belang voor de haven (arbeiders hoeven niet meer op en neer voor hun werk.
Typische kenmerken: Slechte leefomstandigheden, kleine huizen, rijtjeshuizen met weinig voorzieningen
Oorzaak
Gevolg
Slide 12 - Tekstslide
Na WO2 ~ Stedelijke Vernieuwing
Stedelijke vernieuwing = vernieuwen van de stedelijke leefomgeving zodat de leefbaarheid verbeterd.
Dit kent 2 fases:
Fase vlak na de oorlog(1945-1980) --> doel was voornamelijk snel heropbouwen en herinrichten binnenstad (daarmee ontstond er een centrale zakenwijk in de binnenstad en is er geenechte historische binnenstad);
Fase na 1980 --> doel was aantrekkelijkheid voor wonen, werken en vrije tijd te verbeteren
Slide 13 - Tekstslide
Fase voor 1980:
Fase na 1980:
Doel: aantrekkelijkheid wonen, werken, vrije tijd
(uitbreiding stadscentrum)
Verschillende aanpassingen:
1. Meer (moderne) hoogbouw
2. Woningen in het stadscentrum(zodat er buiten kantooruren ook mensen in het stadscentrum zijn)
3. Uitbreiding van voorzieningen
Hierdoor kregen we te maken met cityvorming. (Het verdringen van de woonfunctie door kantoren en winkels)
We kregen hierdoor een echte centrale zakenwijk.
Doel: snel heropbouwen en herinrichten
Dit gebeurde door:
Renoveren: opknappen van oude woningen aan de wensen van nieuwe woonwensen
Saneren: slopen van oude niet goede onderdelen (die vaak in slechte staat functioneren)
Oftewel sloop en nieuwbouw (het moest op een snellere manier)
Slide 14 - Tekstslide
Voor 1980
Na 1980
Saneren
Sloop en nieuwbouw
Betere voorzieningen
Aantrekkelijkheid stadscentrum
Cityvorming
Herinrichting en opbouw
Slide 15 - Sleepvraag
Oude havens, Nieuwe functies
Herinrichting: Gebied opnieuw inrichten waar vaak het gebruik van de ruimte verandert.
Het maken van plannen voor de herinrichting van een gebied noem je ruimtelijke ordening
Slide 16 - Tekstslide
Compacte stad-beleid
Door suburbanisatie is er ruimte in de stad vrijgekomen. Hierdoor worden oude fabrieken, bedrijventerreinen omgebouwd tot nieuwe woonwijken. Deze woonwijken worden zodanig gebouwd dat ze tegen de bestaande stadscentrum aan worden gebouwd.
Het beleid dat gaat over meer bouwen tegen de stad aan heet het compacte stad-beleid.
Slide 17 - Tekstslide
De kopjes: "een nieuw station" en "aantrekkelijke stad" kan je doorlezen in je lesboek
Hetzelfde geldt voor B-nummer 168 (grondprijs en ruimtegebruik)
Dimensies(B8):
Economisch
Demografisch
Fysisch
Sociaal-cultureel
Politiek
Schaalniveaus(B7):
Lokaal
Regionaal
Nationaal
Continentaal
Mondiaal
Zorg dat je deze twee basisboeknummers leert en goed begrijpt. Probeer ook zelf verbanden te leggen!
Slide 18 - Tekstslide
Lesdoelen §2.1:
Welke kenmerken de twee perioden van stedelijke vernieuwing in de historische binnenstad hebben;
Wat de kenmerken zijn van stedelijke vernieuwing in oude havengebieden;
Waarom vernieuwing in Rotterdam nodig was;
Waarom de re-urbanisatie voor een stad heel belangrijk is;
Welke onderdelen er binnen een stadsmodel zijn;
Wat het compacte stad-beleid inhoud;
Wat cityvorming en stedelijke vernieuwing inhoud en welke gevolgen dit met zich meebrengt
Check of je alles begrijpt!
Slide 19 - Tekstslide
Huiswerk
Maak de opdrachten van §2.1 van de Geo Online
Lukt dit niet dan via de je werkboek, WB A Hoofdstuk 2