oefentoets H1
1 / 45
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
7. De uitkomst van een meting is een getal met daarachter een eenheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
9. Millimeter, centimeter, meter en kilometer zijn eenheden van lengte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
10. Een brander kan alleen branden met een blauwe vlam.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
11. Een pauze-vlam is klein en geel en oranje.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
17. De afkorting van graden Celsius is C°.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
19. Water kookt bij 100 graden Celsius.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Dit symbool betekent schadelijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Dit symbool betekent irriterend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Lengte, volume en temperatuur zijn grootheden
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 11 - Quizvraag
De regenboog is een uitvinding
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 12 - Quizvraag
De microfoon is een uitvinding
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
De breedte van de straat bepalen door het aantal stappen te tellen is een betrouwbare manier van meten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Voelen of je koorts hebt met je hand is een betrouwbare manier van meten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
2. Waarmee meet je temperatuur?
A
met een balans
B
met een erlenmeyer
C
met een liniaal
D
met een thermometer
Slide 17 - Quizvraag
7. In een practicum-lokaal zijn verschillende veiligheids-materialen. Eén daarvan is de oog douche. Waarvoor dient een oog douche?
A
om je ogen schoon te spoelen als er iets in komt tijdens een proef
B
om je ogen schoon te spoelen na afloop van een proef
C
om je ogen schoon te spoelen vóór het begin van een proef
Slide 18 - Quizvraag
9. Met welke eenheid geef je de massa van een stof aan?
A
gram
B
liter
C
ons
D
pond
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent een experiment?
A
Een schoolopdracht
B
Een proefje doen
C
Een verslag schrijven
D
Een toets leren
Slide 20 - Quizvraag
1 vierkante meter (m2) is
....... vierkante cm (cm2)
....... vierkante cm (cm2)
A
100
B
1000000
C
10000
D
0,1
Slide 21 - Quizvraag
De 'ruisende' vlam gebruik je om...
A
Iets sterk te verhitten
B
Iets rustig te verwarmen
C
Aan te geven dat de brander het doet
D
Te laten zien dat de brander aan staat
Slide 22 - Quizvraag
waar begin je mee voordat je de brander aansteekt?
A
Luchtring dicht, gasregelknop dicht
B
Luchtring dicht, gasregelknop open
C
Luchtring open, gasregelknop dicht
D
Luchtring open, gasregelknop open
Slide 23 - Quizvraag
Welk gedeelte van de vlam is het heetst?
A
1
B
2
C
3
Slide 24 - Quizvraag
7. Ik sta met mijn Lab jas in de fik.
A
Ik pak de brandblusser en blus mezelf
B
Ik ga op de grond liggen rollen
C
Ik stap onder de nooddouche
D
Ik steek mijn hand op om het te melden
Slide 25 - Quizvraag
1450 ml is ?
A
1,45 L
B
14,5 L
C
145 L
D
1450 L
Slide 26 - Quizvraag
Welke grafiek hoort bij de tabel?
A
Bovenste
B
Onderste
C
Allebei
D
Geen
Slide 27 - Quizvraag
In deze grafiek zie je het aantal toeristen in een stad. Hoeveel toeristen waren er in maart?
A
12500
B
21.000
C
17.400
D
27.000
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
De gasbrander
gasregelknop
voet
luchtschijf
schoorsteen
aansluiting gasslang
Slide 30 - Sleepvraag
Volgorde brander aanzetten
1 2 3 4 5
lucifer erbij
gaskraan op tafel open
gasslang aansluiten
gasregel-knop open
controle
'alles dicht?'
'alles dicht?'
Slide 31 - Sleepvraag
douche
brandblusser
blusdeken
oogdouche
noodknop
brandende kleding
brand blussen
alle elektriciteit direct uit
gevaarlijke stof in oog
bijtende stof op lichaam
Slide 32 - Sleepvraag
Grootheden
Eenheden
Meetinstrumenten
kilometer
stopwatch
lengte
lichtsterkte
stroomsnelheid
meter per seconde
uur
weegschaal
kilogram
liniaal
tijdsduur
Volt
Slide 33 - Sleepvraag
Grootheid
Symbool
Afkorting
Eenheid
Massa
g
F
N
liter
Maak de tabel compleet.
m
gram
kracht
newton
volume
L
V
Slide 34 - Sleepvraag
Zet de onderdelen van een proefverslag in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Titel
Onderzoeksvraag
Materialen
Werkwijze
Waarnemingen
Conclusie
Slide 35 - Sleepvraag
gele vlam
Pauzevlam
luchtring dicht
blauwe vlam
luchtring een beetje open
Roet
beetje roet
ruisende blauwe vlam
luchtring open
geen roet
Slide 36 - Sleepvraag
Sleep de gevarensymbolen naar de juiste betekenis
Ontvlambaar
Explosief
Giftig
Schadelijk voor milieu
Slide 37 - Sleepvraag
Meter
kilometer
hectometer
millimeter
decimeter
decameter
centimeter
Slide 38 - Sleepvraag
Slide 39 - Tekstslide
Hiernaast zie je een thermometer. Schrijf de temperaturen op die de thermometer aangeeft.
Slide 40 - Open vraag
In de grafiek zie je het saldo op de bankrekeningen van Julie en Sjoerd.
In welke maand hadden zij op een bepaalde dag evenveel geld op hun rekening staan?
In welke maand hadden zij op een bepaalde dag evenveel geld op hun rekening staan?
Slide 41 - Open vraag
832 mm = ... m
Slide 42 - Open vraag
18 kN = .........N
Slide 43 - Open vraag
1730 dm = ... km
Slide 44 - Open vraag
12 dL = .........cL
