MBO 2 Rekenen hoofdstuk 1 Afronden

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • afronden op 'mooie' getallen in een situatie.
  • antwoorden afronden in overeenstemming met de situatie.

Slide 2 - Tekstslide

Waarde van cijfers

Slide 3 - Tekstslide

Afronden

1. Waar moet ik op afronden?

2. Wat is het volgende getal?

3. Afrondregel: 

Slide 4 - Tekstslide

Rond 27 af op tientallen

1. Waar moet ik op afronden?
    27
2. Wat is het volgende getal?
     2/7 7
3. Afronden
    30 


Rond 133 op tientallen

1. Waar moet ik op afronden?
     133
2. Wat het het volgende getal?
      13/33
3. Afronden
     130

Slide 5 - Tekstslide

Rond 133 op honderdtallen

1. Waar moet ik op afronden?
    133
2. Wat is het volgende getal?
     1/33
3. Afronden
    100


Rond 2187 af op honderdtallen

1. Waar moet ik op afronden?
     2187
2. Wat het het volgende getal?
      21/87
3. Afronden
     2200

Slide 6 - Tekstslide

Rond 9,4 af op een heel getal

1. Waar moet ik op afronden?
    9,4
2. Wat is het volgende getal?
     9,/4
3. Afronden
    9


Rond 9,399 af op een heel getal
1. Waar moet ik op afronden?
     9,399
2. Wat het het volgende getal?
      9,/399
3. Afronden
     9

Slide 7 - Tekstslide

Rond 3,245 af op twee decimalen

1. Waar moet ik op afronden?
    3,245
2. Wat is het volgende getal?
     3,24/5
3. Afronden
    3,25


Rond 4,561 af op twee decimalen

1. Waar moet ik op afronden?
     4,561
2. Wat het het volgende getal?
      4,56/1
3. Afronden
     4,56

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen met afronden op 'mooie getallen'

Afronden op...
tientallen, honderdtallen, duizendtallen 

Slide 9 - Tekstslide

293 542
Rond af op tientallen.
A
293550
B
293500
C
293540
D
293400

Slide 10 - Quizvraag

293 542
Rond af op honderdtallen.
A
293500
B
293540
C
293400
D
294000

Slide 11 - Quizvraag

247 527
Rond af op duizendtallen.
A
250 000
B
247 000
C
240 000
D
248 000

Slide 12 - Quizvraag

Ruim ...... internationale bezoekers naar ons land.


Welk getal zal in de krantenkop genoemd worden?
Rond het aantal bezoekers af op miljoenen.
In 2014 bezochten 14 236 548
internationale bezoekers ons land.

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen....
Rond af op miljoenen: 15 483 917
Waar kijk je naar?
A
15 480 000
B
15 000 000
C
16 000 000
D
15 500 000

Slide 14 - Quizvraag

Rond af op tientallen:
5 879 198

A
5 879 200
B
5 879 100
C
5 880 000
D
5 879 190

Slide 15 - Quizvraag

Rond af op twee cijfers na de komma.
5,899198
A
5,9
B
5,80
C
5,90
D
5,89

Slide 16 - Quizvraag

Verstandig afronden

Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.
Afhankelijk van de situatie moet je soms op een andere manier afronden.



Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 
'Verstandig afronden'


Bram heeft 120 wandtegels nodig voor zijn badkamer.
Deze tegels worden verkocht in pakken van 7 tegels.
Hoeveel pakken moet Johan kopen?

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 
'Verstandig afronden'

Bram heeft 120 wandtegels nodig voor zijn badkamer.
Deze tegels worden verkocht in pakken van 7 tegels.
Hoeveel pakken moet Johan kopen?

120 : 7 = 17,1     
Bram moet 18 pakken wandtegels kopen.

Slide 19 - Tekstslide

Honderdvijfenvijftig studenten gaan met touringcars naar Praag. Hoeveel touringcars moet de school bestellen?

touringcar
met 54 zitplaatsen

Slide 20 - Woordweb

Verstandig afronden
155 : 54 = 2,87037037
De school moet drie touringcars bestellen.



touringcar
met 54 zitplaatsen

Slide 21 - Tekstslide

Rond 1,637 af op 2 decimalen.

A
1,64
B
1,63
C
1,6
D
1,7

Slide 22 - Quizvraag

Rond
5,579 af op één decimaal
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 23 - Quizvraag

Rond 15,49 af op en heel getal
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 24 - Quizvraag

Rond 26.750 af op duizenden

A
27000
B
26800
C
26000
D
27750

Slide 25 - Quizvraag

Rond 15 483 917 af op miljoenen

A
15 480 000
B
15 000 000
C
16 000 000
D
15 500 000

Slide 26 - Quizvraag

Zelf aan de slag in Studyflow
Hoofdstuk 1: Afronden

Slide 27 - Tekstslide