B1 Cambridge. Past perfect and present continuous

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
  • Starter: verbs followed with to or -ing

  • Main course:
- Writing part 2
- Grammar past tense
- Homework

  • Dessert: flash cards past tense

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starter

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verb pattern
to ... or ...-ing 
Worksheet.
Try to do this without the rules.

Then check.

We'll find out if you need 
extra study!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Verb patterns - to ... OR ...-ing
iSLCollective.com
Questions about homework?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Main course

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

One great day
Close your eyes.
Think of a great day.
Write down key words.
Describe this day to your speaking partner.

Partner: make notes on tense
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

One great day
What tense has your partner used?
Past simple? Something else? So pay attention to the verbs. 
Examples?


Slide 9 - Tekstslide

Past simple
Past continuous
Present perfect 
Past perfect

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Think of two sentences per verb tense: 
for past simple and past continuous

Slide 11 - Tekstslide

Tip: use the story you have just told each other.

Past simple = 2e rijtje onregelm. ww.
Past perfect = 3e rijtje onregelm. ww.
Difference story and article?
Story: past tense and adjectives: imagination
Article: present tense and topic vocabulary

Story: order of activities: first, finally, suddenly

More differences?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. 

Je gebruikt deze vorm als je het hebt over:
feiten, gewoonten of dingen die je doet met regelmaat  
die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.

stam +ed / onregelmatig werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous
De Past Continuous is de duurvorm in de verleden tijd.  

Je gebruikt deze vorm als je wil zeggen dat:
iets op een bepaald moment in het verleden
  een tijd(je) aan de gang was.

was/were & werkwoord +ing

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Voor de past continuous
when, while

Voor de past simple zijn het vaak tijdsbepalingen
 uit het verleden: yesterday, last week, last year, 1997, 
2 days ago etc.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous vs. past simple
Je gebruikt de past continuous i.c.m. de past simple om aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie = past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie = past continuous).

 I was reading a book when the phone rang
I was washing my car when the accident happened

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past perfect
Two finished events

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past perfect
When I arrived, Ann had just left
He had served in the army for ten years, then retired and married
We hadn't done our homework, so we had to do it in class.

I had studied hard, and then I passed my driving test.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple



When to use?
When referring to:

An action that started in the past and continued up to another point in the past.

How to form?
Affirmative sentence:
Had + been + verb+ing

Negation:
Had + not + been + verb+ing

Question:
had + subject + been + verb+ing
You had been waiting there for more than two hours when she finally arrived.
Had you been waiting there for more than two hours when she finally arrived?
You had not been waiting there for more than two hours when she finally arrived.
Example:
The fire had been raging for almost four days.
Past Perfect Continuous
Ongoing process

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past perfect continuous
Martha had been baking for hours when the children came home. 

We had been doing our homework, because we wanted to present this in class.
We had done our homework, because we wanted to present this in class.

Slide 22 - Tekstslide

Now do the worksheet. 
Past tense
1- What is the state of action?
Use the past simple
( adding -ed or irregular verb)

2- What is the background information?
Use the past continuous (was +ing)

3- What happened earlier in the past (so before this action or until this action)
Use the past perfect ( had + volt. deelw) or the past perfect continuous ( had been + -ing)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past tense
1- The girls met a young backpacker in a restaurant.
= Past simple 

2- The boy was travelling on his own.
= Past continuous 

3- The girls had never seen the boy before, until they met him in the restaurant.
= Past perfect (had + voltooid deelwoord)

3- The boy had been travelling on his own for weeks so now he needed some company.
= Past perfect continuous (had been + -ing)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today: writing part 2
Page 33: exercise 1 

Exercise 2: story with three paragraphs. What is described in the paragraphs?



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today: writing part 2
Page 33: exercise 3

Make a grid again:





Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Hand in exercise 4 page 33

Story. Pay attention to the past tense!

Use a grid, please :)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Study irregular verbs: page 143
Study B1 preliminary vocabulary list 
Hand in: Unit 3 exercise 4 on p. 33.
Exercises: Unit 3 page 29 verbs followed by to or -ing. Grammar past perfect on pp 86 and 135.
Study: key language on page 150-151.















Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dessert

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flash cards
Gapped sentences

Try to do this by just filling it out.
Lastly, check the back and see if you were right. 

Slide 30 - Tekstslide

Kaartjes van Gerbrich lenen.