1KB periode 2 les 2

Herzlich Willkommen
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programm
Kontrolle Aufgabe
Grammatik
Aufgaben machen
Quiz
Abschluss


Slide 3 - Tekstslide

Lernziele
  • Ik ken de Duitse lidwoorden der, die, das
  • Ik kan vertellen welk lidwoord een zelfstandig naamwoord heeft én ik kan uitleggen waarom. 

Slide 4 - Tekstslide

Kontrolle Aufgabe 18
Seite 80

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Duits: der, die, das...

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Let op!
Zelfstandige naamwoorden met een meervoud krijgen altijd het lidwoord 'die'.

die Kinder
die Eltern
die Süßigkeiten

Slide 18 - Tekstslide

Kennst du die Regeln? 

Slide 19 - Tekstslide

der, die of das?
1. Kijk naar het woord/plaatje en denk na: is het der, die of das?

2. Steek je hand op als je het weet. (Laat iedereen nadenken!)

3. Je moet ook kunnen zeggen waarom het der, die of das is.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

der Lehrer
Waarom?

Het is een mannelijke persoon

Het kan ook die Lehrer zijn als het meervoud is 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

die Schule
Waarom?

Bij de meeste woorden die eindigen op  -e, gebruik je die

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

das Buch
Waarom?

de meeste het- woorden zijn das in het Duits

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

die Freundschaft
Waarom?

woorden die eindigen op -schaft zijn die

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

der Winter
Waarom?

seizoenen zijn der

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

die Verletzung
Waarom?

Woorden, die eindigen op -ung zijn die

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

der Montag
Waarom?

Bij dagen van de week gebruik je altijd der

Slide 34 - Tekstslide

An die Arbeit!
Wat: Aufgaben 20 t/m 26
Wie: alleen
Hoe: in stilte
Hulp: Lernliste, Seiten 98/99, groene blokje Seite 83
Klaar? Laat je antwoorden controleren!  

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Mädchen
A  der
B  die
C  das




Slide 37 - Tekstslide

Hahn
A  der
B  die
C  das




Slide 38 - Tekstslide

Bruder
A  der
B  die
C  das




Slide 39 - Tekstslide

Großeltern
A  der
B  die
C  das




Slide 40 - Tekstslide

Stundenplan
A  der
B  die
C  das




Slide 41 - Tekstslide

Haus
A  der
B  die
C  das




Slide 42 - Tekstslide

Brötchen
A  der
B  die
C  das




Slide 43 - Tekstslide

Pflanze
A  der
B  die
C  das




Slide 44 - Tekstslide

Osten
A  der
B  die
C  das




Slide 45 - Tekstslide

Ferrari
A  der
B  die
C  das




Slide 46 - Tekstslide

Hausaufgaben
Maken:
Kapitel 3, Aufgaben 20 t/m 26

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Lernziele
  • Ik ken de Duitse lidwoorden der, die, das
  • Ik kan vertellen welk lidwoord een zelfstandig naamwoord heeft én ik kan uitleggen waarom. 

Slide 49 - Tekstslide

Tschüss!
Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Slide 50 - Tekstslide