11 - Herhaling

Herhaling eerste weken
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling eerste weken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les weer: 
- hoe we meervouden vormen; 
- hoe we bijvoeglijke naamwoorden gebruiken; 

Slide 2 - Tekstslide

Meervouden op -en
Veel woorden hebben een meervoud op -en: 
- soms is het genoeg om -en direct achter het woord te plakken; 
- soms moet er een klinker worden weggelaten of een medeklinker worden toegevoegd; 
- soms verandert de -s in een -z of de -f in een -v. 

Slide 3 - Tekstslide

Meervouden op -s of -'s
Sommige woorden hebben een meervoud op een -s. 
Als dit het geval is, dan horen we dat. 

Meestal schrijven we de -s direct aan het enkelvoud vast; 
dit doen we niet als het tot uitspraakproblemen leidt; 
dit is vaak het geval bij woorden die eindigen op een -a, -i, -o, -u of -y. 
Dit geldt niet bij samengestelde klanken in leenwoorden. 

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de juiste meervoudsvormen op
industrie
baby
milieu
plantenbak
slimmerik

plumeau
woordenboek
olieverf
vreugdedans
maffioso
haarspray
vredesduif
provincie
paragraaf
slagroomsoes

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de juiste meervoudsvormen op
industrieën
baby's
milieus
plantenbakken
slimmeriken

plumeaus
woordenboeken
olieverf (geen mv!)
vreugdedansen
maffiosi
haarsprays
vredesduiven
provincies/provinciën
paragrafen
slagroomsoezen

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden vertellen iets over het zelfstandig naamwoord. 
Meestal hebben ze een onverbogen vorm (zonder -e) en een verbogen vorm (met een -e) 
De meeste bijvoeglijke naamwoorden kunnen we in de vergrotende (+er) of de overtreffende (+st) trap zetten. 

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik bijvoeglijke naamwoorden
We gebruiken de onverbogen vorm wanneer: 
- het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat; 
- het lidwoord 'een' gebruikt woord bij een woord dat een het-woord is. 

Van de stellende en de vergrotende trap kunnen we een verbogen vorm maken door er een -e achter te zetten. 

Slide 8 - Tekstslide

Bijzondere bijvoeglijke naamwoorden
Een bijzondere vorm van het bijvoeglijk naamwoord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Dit geeft aan van welk materiaal iets is gemaakt en eindigt meestal met een -n. Dit geldt niet altijd voor 'nieuwe' stoffen. 

Een andere bijzondere vorm is het bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van het voltooid deelwoord. Deze vorm schrijven we altijd zo kort mogelijk op; hierbij houden we wel rekening met de uitspraak. 

Slide 9 - Tekstslide

Let op!
Sommige woorden zien eruit als bijvoeglijke naamwoorden, maar zijn het niet! 

Als een woord dat eruit ziet als een bijvoeglijk naamwoord niet iets zegt over een zelfstandig naamwoord, is het geen bijvoeglijk naamwoord, maar een bijwoord. In dit geval gebruiken we de onverbogen vorm (dus zonder -e). 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf de juiste vorm van de bijvoeglijk naamwoorden op
Volgens mij is de winst van een (goud) medaille de (fantastische) ervaring ooit.
Van al die mannen ziet die man met het (rood) haar er het (breed), (gemeen) en (gevaarlijk) uit.
De koning scoort (goed) dan ooit: hij is volgens velen het (geloofwaardige) staatshoofd van Europa. 
Een (heet) dag met (fel) zon betekent goed insmeren! Niets (vervelend) dan een (verbranden) huid.
De bejaarde man heeft een (breken) arm, een (verbrijzelen) voet en een (kneuzen) sleutelbeen aan zijn val overgehouden. De (veel) pijn heeft hij aan zijn arm.
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de juiste vorm van de bijvoeglijk naamwoorden op
Volgens mij is de winst van een gouden medaille de meest fantastische ervaring ooit.
Van al die mannen ziet die man met het rode haar er het breedst, gemeenst en gevaarlijkst uit.
De koning scoort beter dan ooit: hij is volgens velen het meest geloofwaardige staatshoofd van Europa. 
Een hete dag met felle zon betekent goed insmeren! Niets vervelender dan een verbrande huid.
De bejaarde man heeft een gebroken arm, een verbrijzelde voet en een gekneusd sleutelbeen aan zijn val overgehouden. De meeste pijn heeft hij aan zijn arm.

Slide 12 - Tekstslide