3.3 - Horen TL1

Hoofdstuk 3 - Waarnemen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 - Waarnemen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 - Waarnemen
3.1 - Zintuigen en prikkels
3.2 - Zien
3.3 - Horen
3.4 - Ruiken en proeven
3.5 - Samenhang: Gamen en gezondheid

Slide 2 - Tekstslide

3.2 - Zien (herhaling)

Slide 3 - Tekstslide

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
wenkbrauw
B
ooglid
C
wimper
D
hoornvlies

Slide 4 - Quizvraag

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 5 - Quizvraag

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 6 - Quizvraag


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 5?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Harde oogvlies
D
Netvlies

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 4?
A
Pupil
B
Iris
C
Lens
D
Oogvlies

Slide 9 - Quizvraag

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 10 - Quizvraag

Als je iets van dichtbij goed wilt kunnen bekijken moet je lens ... worden
A
Boller
B
Platter
C
Langer
D
Korter

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit hoe het kan dat wij met onze ogen goed diepte kunnen zien

Slide 12 - Open vraag

3.3 - Horen

Slide 13 - Tekstslide

Doelen van de les
Je kan uitleggen wat geluid is
Je weet uit welke onderdelen het oor bestaat
Je kan de taken van verschillende onderdelen benoemen
Je kan vertellen hoe je geluid kan meten
Je kan uitleggen welke geluid je wel en niet kan horen

Slide 14 - Tekstslide

De weg van het gehoor
Geluid komt binnen in je oor
Geluid is trillende lucht

Geluid komt binnen via de oorschelp
Gaat door de gehoorgang
Oorsmeerkliertjes houden gehoorgang vochtig en schoon


Slide 15 - Tekstslide

De weg van het gehoor
Geluid komt tegen het trommelvlies
Blijft soepel door oorsmeer

Slide 16 - Tekstslide

De weg van het gehoor
Gehoorbeentjes in trommelholte gaan trillen
- Hamer
- Aambeeld
- Stijgbeugel
Trilling gaat door naar slakkenhuis
> Hier liggen zintuigcellen met haartjes
> Haartjes bewegen met de trilling mee


Slide 17 - Tekstslide

De weg van het gehoor
Trilling gaat door naar slakkenhuis
Hier liggen zintuigcellen met haartjes
Haartjes bewegen met de trilling mee
Berichten van zintuigcellen omgezet in impulsen
Impulsen via gehoorzenuw naar je hersenen


Slide 18 - Tekstslide

Geluiden
Hoge tonen en lage tonen
Niet alle dieren horen dezelfde geluiden
Onderste gehoorgrens ----------- Bovenste gehoorgrens
Tussen twee grenzen: gehoorbereik
Hoogte van de toon -> aantal trillingen per seconde
In Hertz (Hz)
Mensen: 20 – 20.000 Hz
Meest gevoelig voor 500 – 5000 Hz


Slide 19 - Tekstslide

Geluiden
Hoge tonen en lage tonen
Onderste gehoorgrens ----------- Bovenste gehoorgrens
Tussen twee grenzen: gehoorbereik
Hoogte van de toon -> aantal trillingen per seconde
In Hertz (Hz)



Slide 20 - Tekstslide

Geluiden
Niet alle dieren horen dezelfde geluiden

Mensen: 20 – 20.000 Hz
Meest gevoelig voor 500 – 5000 Hz

Slide 21 - Tekstslide

Geluidssterkte
Geluidssterkte in decibel (dB)
Soms te zacht om te horen, soms heel hard
Bij te hard geluid gaan de haartjes aan je zintuigcellen stuk
Hierdoor bewegen ze minder makkelijk met trillingen mee, en hoor je minder

Slide 22 - Tekstslide

Vragen

Slide 23 - Tekstslide

Hoe heet onderdeel 2?
A
Oorschelp
B
Trommelvlies
C
Gehoorgang
D
Slakkenhuis

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 4?
A
Oorschelp
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentje
D
Slakkenhuis

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 7?
A
Hamer
B
Slakkenhuis
C
Aambeeld
D
Stijgbeugel

Slide 26 - Quizvraag

Geluiden worden omgezet in impulsen in...
A
Het trommelvlies
B
De gehoorbeentjes
C
Het slakkenhuis
D
Gehoorgang

Slide 27 - Quizvraag

De zintuigcellen voor gehoor vind je in het trommelvlies.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de laagste frequentie die de mens kan horen?
A
2 Hz
B
20 Hz
C
200 Hz
D
20000 Hz

Slide 29 - Quizvraag

Welk geluid is het hardste?
A
3000 Hz
B
500 Hz
C
4000 Hz
D
Niet uit de informatie te halen

Slide 30 - Quizvraag

Een aardbeving maakt een geluid van 10 Hz; welke dieren kunnen dit geluid horen?
A
Dolfijn
B
Hond
C
Olifant
D
Mens

Slide 31 - Quizvraag

Geluiden van 80 dB (bromfiets) kunnen gehoorschade opleveren als je 8 uur aan zulk geluid wordt blootgesteld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 1 tot en met 15 (5 mag je overslaan)
Lezen: 3.4
Leren: 3.1 tot en met 3.3

Slide 33 - Tekstslide