die Omas, der Vater, die Freundinnen die Schwestern, die Jungen, die Cousins, der Freund
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Aufgabe 13
A 1 Beste vrienden.
2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: lachen, leuke dingend doen, vakantievrienden, facebook/WhatsApp, ruzie, elkaar helpen, samen naar school fietsen, voor elkaar opkomen, spelletjes doen, chillen
B 1
durch dick und dünn – door dik en dun
Streit – ruzie
zusammen – samen
hören Musik – naar muziek luisteren
am liebsten – het liefst
beinah – bijna
Freundschaft – vriendschap
2 De woorden lijken op het Nederlands.
3: Anne - 3, Leon- 4, Lara- 2, John- 1
4: Anne – bioscoop, kletsen, winkelen
Leon – chillen, muziek luisteren, sport (voetballen)
Lara – bioscoop, sport (fitness), lachen, winkelen
John – computer (chatten en gamen)
C: Eigen antwoord
Slide 40 - Tekstslide
20:52
Hoe is het "jodelen" onstaan?
A
Vroeger waren de mensen erg moe na het werken en dan zongen ze woordeloze klanken
B
Vroeger had je nog geen telefoon en jodelden ze om elkaar dingen op afstand duidelijk te maken.
C
Alleen rijke gezinnen hadden alpenhoorns, de anderen moesten jodelen om die muziek te maken