De Oude Grieken Proefwerk


De Oude Grieken
Proefwerk
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenistoetsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


De Oude Grieken
Proefwerk

Slide 1 - Tekstslide


Gebruik de bron
Dit is een afbeelding van het Parthenon in Athene. Zoals je ziet (en misschien ook wel zelf weet) staat een groot gedeelte van dit gebouw nog overeind.

⇒Hoe noem je in de bouwkunst de driehoekvormige gevel? (Die bij het Parthenon er dus niet meer is.)

Slide 2 - Open vraag


Gebruik de bron
Dit is een afbeelding van het Parthenon in Athene. Zoals je ziet (en misschien ook wel zelf weet) staat een groot gedeelte van dit gebouw nog overeind.

⇒Wat voor soort gebouw is dit?

Slide 3 - Open vraag


Gebruik de bron
Dit is een afbeelding van het Parthenon in Athene. Zoals je ziet (en misschien ook wel zelf weet) staat een groot gedeelte van dit gebouw nog overeind.

⇒Waarom zal dit gebouw op een berg, de Acropolis, zijn gebouwd?

Slide 4 - Open vraag

De Grieken waren een van de eersten die het dagelijks leven naspeelden in toneelstukken.

⇒Welke twee soorten toneelstukken hadden de Grieken?
⇒Wat is het grote verschil tussen beide soorten?

Slide 5 - Open vraag

Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.

⇒Welke bestuursvorm (=manier van regeren) beschrijft Herodotus is tekst 1?
Gebruik de tekst

Slide 6 - Open vraag

Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.

⇒Is Herodotus een voor- of tegenstander van de bestuursvorm die hij beschrijft in tekst 1? Leg je antwoord uit met voorbeelden uit de tekst.
Gebruik de tekst

Slide 7 - Open vraag

Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.

⇒Welke bestuursvorm beschrijft Herodotus in tekst 2?
Gebruik de tekst

Slide 8 - Open vraag

Lees de volgende teksten van de Griekse geschiedschrijver Herodotus.

⇒In welke polis zal Herodotus hebben geleefd?
Gebruik de tekst

Slide 9 - Open vraag

De Grieken waren een van de eersten die het dagelijks leven naspeelden in toneelstukken.

⇒Welke 2 soorten toneelstukken hadden de Grieken? Geef vervolgens aan welke verschillen tussen beide soorten toneelstukken waren.

Slide 10 - Open vraag

De Grieken pasten in hun kunst vaak symmetrie toe.

⇒Wat wordt bedoeld met ‘symmetrie’?

Slide 11 - Open vraag

De Grieken pasten in hun kunst vaak symmetrie toe.

⇒Geef twee redenen waarom de Grieken symmetrie toepasten.

Slide 12 - Open vraag

In Nederland hebben we net als in het oude Athene een democratie.

⇒Noem twee overeenkomsten (=dingen die hetzelfde zijn) tussen de Atheense en onze Nederlandse democratie

Slide 13 - Open vraag

In Nederland hebben we net als in het oude Athene een democratie.

⇒Noem twee verschillen (=dingen die anders zijn) tussen de Atheense en onze Nederlandse democratie.

Slide 14 - Open vraag

In Nederland hebben we net als in het oude Athene een democratie.

⇒Welke democratie vind jij het meest democratisch? Gebruik in je antwoord het begrip burgers.

Slide 15 - Open vraag

In Nederland hebben we net als in het oude Athene een democratie.

⇒Leg uit dat de Atheense democratie niet echt democratisch was.

Slide 16 - Open vraag

⇒Welk begrip wordt door de volgende omschreven?

⇒stadsstaat – eigen regels – Athene – Sparta

Slide 17 - Open vraag

⇒Leg uit hoe een Grieks theater eruitziet.

Slide 18 - Open vraag

⇒Geef de naam van de volgende manieren van besturen:

Eén persoon heeft de macht.

Slide 19 - Open vraag

⇒Geef de naam van de volgende manieren van besturen:

Het volk heeft de macht.

Slide 20 - Open vraag

⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?

Hippocrates
A
Geschiedenis
B
Politiek
C
Natuurkunde
D
Geneeskunde

Slide 21 - Quizvraag

⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?

Herodotus
A
Geschiedenis
B
Aardrijkskunde
C
Natuurkunde
D
Geneeskunde

Slide 22 - Quizvraag

⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?

Archimedes
A
Geschiedenis
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Politiek

Slide 23 - Quizvraag

⇒Welke wetenschap hoort bij de volgende filosoof?

Pythagoras
A
Geschiedenis
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Politiek

Slide 24 - Quizvraag

Goed of fout?

Archimedes bestudeerde de aarde en maakte landkaarten.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Goed of fout?

Wetenschappers willen uitspraken doen over wat goed en kwaad is.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quizvraag

Goed of fout?

Wetenschappers willen uitspraken doen over wat goed en kwaad is.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Goed of fout?

Het schrift was belangrijk voor de ontwikkeling van de wetenschap.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Goed of fout?

Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quizvraag

Goed of fout?

Athene en Sparta hadden een andere cultuur.
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Goed of fout?

In alle Poleis werd Grieks gesproken.
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

Welke stellingen over Sparta en Athene zijn waar?

I. Beide hadden dezelfde manier van besturen.
II. Sparta was een polis, Athene niet.

A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Waar of niet waar?

In een monarchie is er een koning.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Athene was een monarchie.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Waar of niet waar?

In Athene was het volk de baas.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Nederland is een democratie én een monarchie.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Bekijk de verschillende soorten kapitelen in de bron.

Wat is de juiste volgorde van vroeg naar laat?


A
A, B, C
B
B, A, C
C
C, B, A
D
A, C, B

Slide 37 - Quizvraag

In welke gebieden hadden de Grieken kolonies?
Kies het juiste antwoord


A
Gebied B, F en A
B
Gebied B, E en D
C
Gebied B, C en D
D
Gebied A, B en D

Slide 38 - Quizvraag