De wereld van pudding: ontdek de verschillende soorten en bindmiddelen

De wereld van pudding: ontdek de verschillende soorten en bindmiddelen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De wereld van pudding: ontdek de verschillende soorten en bindmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten puddingen benoemen en begrijpen welke bindmiddelen worden gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verschillende soorten puddingen en hun bindmiddelen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Pudding is een heerlijk dessert dat in vele variaties voorkomt. Laten we eens kijken naar de verschillende soorten en de bindmiddelen die worden gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten pudding
Er zijn diverse soorten pudding, waaronder custardpudding, rijstpudding, chocoladepudding en vruchtenpudding.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindmiddelen
Puddingen worden gebonden door ingrediënten zoals gelatine, maïzena, eieren of agar-agar.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelatine
Gelatine is een veelgebruikt bindmiddel dat wordt gewonnen uit dierlijke producten. Het zorgt voor een stevige textuur in de pudding.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maïzena
Maïzena, gemaakt van maïszetmeel, wordt vaak gebruikt als bindmiddel voor pudding. Het zorgt voor een gladde en romige textuur.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eieren
Eieren worden gebruikt om pudding dikker te maken en een rijke smaak te geven. Ze zijn essentieel voor sommige traditionele puddingrecepten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve demonstratie
Laat de leerlingen zien hoe verschillende bindmiddelen werken door het maken van eenvoudige puddingen met gelatine, maïzena en eieren.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.