Hoofdstuk 2 paragraaf 4 deel a

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine. 
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je  boek + pen en rekenmachine. 
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1.  Welkom woordje
2. Terugblik op de vorige lessen ( paragraaf 3 berekeningen) 
3. Uitleg hoofdstuk 2  paragraaf 4
6. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
3. Ik weet wat de begrippen in paragraaf 4 betekenen.
3. Ik weet wat het huiswerk is.
4. Ik weet wat ik moet doen als ik vragen heb.

Slide 4 - Tekstslide

Inloggen in Lessonup
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik vorige les paragraaf 3

Slide 6 - Tekstslide

Frieda heeft €3000 spaargeld. Zij krijgt 4% rente. Hoeveel € ontvangt Frieda aan rente?

Slide 7 - Open vraag

paragraaf 4 - wat ga ik leren.
Je weet waarom je een verzekering afsluit.
Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit.
Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.

Slide 8 - Tekstslide

Verzekeren
  • Verzekeren: het overnemen van de financiele gevolgen van een schade van een verzekerde door een verzekeraar.
  • Onzeker voorval: een gebeurtenis waarvan je niet weet of deze ooit zal plaatsvinden.

Slide 9 - Tekstslide

de verzekeraar

  • verkoper
  • betaald uitkering
  • wil hoge premie 
de verzekerde

  • consument/klant
  • betaald premie
  • betaald eigen risico
  • wil lage premie
De verzekerde en verzekeraar

Slide 10 - Tekstslide

Verzekeringkosten
Een verzekering kost geld. 

  • je moet premie betalen
  • daarnaast betaal je eenmalig poliskosten
  • over premie en poliskosten betaal je assurantiebelasting

Slide 11 - Tekstslide

Polis
  • Polis = een schriftelijk bewijs van een verzekering (dekking).​  

  • In polis staan polisvoorwaarden (=verzekeringsvoorwaarden). Hierin staan de rechten en plichten van de verzekeraar en de verzekerde. 
Polis in PDF

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 63

Slide 13 - Tekstslide

Verzekeren - wie is wie?
Verzekeringsmaatschappij = de verzekeraar



                                  
                                  Jijzelf => de verzekerde

Slide 14 - Tekstslide

Maakwerk 
timer
15:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.4
opdr 57 t/m 65
bladzijde 72 t/m 74
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.

Praten mag maar fluisterend

Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 15 - Tekstslide

polis is een bewijs van:
A
dat je verzekerd bent
B
dat je betaald hebt
C
dat je nog moet betalen
D
premie bedrag

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer je een verzekering afsluit betaal je als verzekeraar premie aan de verzekerde.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 17 - Quizvraag

Nakijken
timer
10:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.4
opdr 57 t/m 65
Hoe ga je dit maken?
Alleen.

Je leest de antwoorden op het bord.

Je stelt vragen aan de docent over de opdrachten die je niet snapt.
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
3. Ik weet wat de begrippen in paragraaf 4 betekenen.
3. Ik weet wat het huiswerk is.
4. Ik weet wat ik moet doen als ik vragen heb.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe goed ging het maken van de opdrachten
A
goed
B
voldoende
C
matig
D
slecht

Slide 22 - Quizvraag

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Slide 23 - Open vraag

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll