In de grote kolf zit zout water. Onder de kolf staat een brander. Het water kookt.
1. Het water verdampt en de waterdamp gaat omhoog.
2. De waterdamp komt in de schuine buis. In deze buis koelt de waterdamp snel af. Daardoor condenseert de waterdamp.
3. Het water druppelt door de buis omlaag. Het valt in de kleine kolf.
4. In de kleine kolf zit nu zuiver water.
5. Het zout en het vuil zitten nog in de grote kolf.
Bij destilleren gebruik je veel gas om het water te verwarmen. Daarom is deze manier om drinkwater te maken erg duur.