Kijk eerst goed naar wat je bij deze opdrachten moet doen.
Daarna maak je deze opdrachten in je schrift. Zet eerst het nummer van de opdracht in de kantlijn.
Let op:
Je moet het moeilijke woord en de betekenis helemaal opschrijven.
dus: aantekeningen maken = dingen kort opschrijven.
functie = waar het voor is