3 herhalen Nog niet af! Wachten op toets

3 herhalen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

3 herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Programma


-Huiswerk nakijken + controleren


10 min
-Herhalen hoofdstuk 3
10 min
-Voorbereiden toets
10 min
-Zelfstandig oefenen



10 min


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Je weet alles van hoofdstuk 3.
  • Je weet wat je kan verwachten voor de toets. 
  • Je weet hoe je je moet voorbereiden op de toets. 


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h3u" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van 3f.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Tekstslide

A: Welkom in het medialandschap

Van een- naar twee richtingsverkeer;
Van tekst naar beeld;
Nieuwe werkelijkheden;
Filter en duiding;
Wijs op reis.

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je nog over beeldtaal?

Slide 6 - Woordweb

B: Beeldtaal


Illustratief beeld
Functioneel beeld
Schema's, tabellen en grafieken

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je nog over het maken van video's?

Slide 8 - Woordweb

C: Video


Waar let je op bij het maken van een leuke video:
- Techniek --> Horizontaal filmen, telefoon stevig neerzetten, stille omgeving.
- Licht --> voorkom tegenlicht.
- Presentatie --> rechte houding, in de camera kijken, leuke achtergrond. 
- Filmscène --> aankijken-niet samen in beeld, afwisselen, perspectief, rennen, stabiel.
-Opnemen en monteren --> script, knip-en-plak werk, afwisseling. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke vertelperspectieven zijn er en wat houden ze in?

Slide 10 - Woordweb

D: Vertelperspectief

Ik-verteller --> je leest het verhaal vanuit een ik-persoon. 
Hij-zij-verteller = personale verteller --> niet merkbaar aanwezig en laat andere personages het woord doen. 
Meervoudig perspectief --> door hoeveel ogen lees je het verhaal. 
Alwetende / auctoriale verteller --> staat boven het verhaal en weet alles van alle personages. 


Slide 11 - Tekstslide

Welk fragment heb je gelezen voor je schrijfopdracht?

Slide 12 - Woordweb

E: schrijfopdracht
Zijn er mensen die nog heel graag zijn/haar dagboekfragment voor willen lezen?

Vwo: kan je vertellen waar het fragment van de havo over ging? Havo: klopt dit ongeveer? 
Havo: kan je vertellen waar het fragment van de havo over ging? Vwo: klopt dit ongeveer? 

Slide 13 - Tekstslide

F: Woordenschat havo

duiding - ergens van wemelen - interactie - professional - rectificeren - schaars - synthetisch - verrijken - wereldkundig maken - er niet om liegen - gebruiksvriendelijk - genetische afwijking - ongunstig - oplevering - visueel - montage - monteren - schokkerig - stabiel - statief - tegenlicht - afblazen - belevingswereld - cultuurshock - diskwalificeren - ergens op staan - estafette - flard - noodkreet - subjectief - zonderling 

Slide 14 - Tekstslide

F: Woordenschat vwo

Aannemelijk - duiding - ergens van wemelen  - professional - relatief  - schaars - synthetisch - verrijken - voor de rechter dagen - wereldkundig maken - er niet om liegen - gebruiksvriendelijk - genetische afwijking - ongunstig - oplevering - visueel - montage - monteren - schokkerig - stabiel - statief - tegenlicht - gedoemd - kadaver - kwetsuur - ontmaskeren - per definitie - ravotten - tegensputteren - verval - ergens je hand niet voor omdraaien - goed uit de verf komen


Slide 15 - Tekstslide

Toets

Toets over hoofdstuk 3. De toets bestaat uit:

Slide 16 - Tekstslide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
HAVO: hoofstuk 3 paragraaf F woordenschat, opdracht 1-4.
VWO: hoofstuk 3 paragraaf F woordenschat, opdracht 1-4.
Hoe?
HAVO: oefenboek blz 62.
VWO: oefenboek blz 68.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 9:45
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende week.

Slide 17 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet alles van hoofdstuk 3.


Je weet wat je kan verwachten voor de toets. 
Je weet hoe je je moet voorbereiden op de toets. 

Slide 18 - Sleepvraag