Werkwoordspelling basis kader

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les:
  • Kun je de persoonsvorm tt  in een zin goed spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Is het werkwoord de PV ja of nee?

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm 
Vind je door:
  • de zin vragend te maken.
  • de zin in de andere tijd te zetten

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de pv in de zin:
Hij wordt morgen geopereerd.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:
Ik wil morgen gaan wandelen.

Slide 6 - Open vraag

Het werkwoord is de pv in de zin en staat in de tt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ik (maken) een taart voor zijn verjaardag.
A
maak
B
maakt
C
maakdt
D
maken

Slide 9 - Quizvraag

(Landen) je morgen vroeg met het vliegtuig?
A
Landen
B
Landt
C
Land
D
Landde

Slide 10 - Quizvraag

Cas (worden) morgen 15.
A
word
B
wort
C
wordt
D
worden

Slide 11 - Quizvraag


(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 12 - Quizvraag

(Braden) je moeder vanavond een kip in de oven?
A
Braadt
B
Braad
C
Braden
D
Braat

Slide 13 - Quizvraag

Doel van de les
Aan het einde van de les:
  • Kun je de persoonsvorm tt  in een zin goed spellen.

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan de pv in de tt nu spellen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Waarom kies je voor deze emoji?

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag
Blijf aanwezig in Teams.
Maak in je boek blz. 43 opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Tekstslide