2.1: Communicatie en media 2425

2.1: Communicatie en media 2425
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

2.1: Communicatie en media 2425

Slide 1 - Tekstslide

Waarvoor gebruik jij media?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de begrippen communicatie, zender, ontvanger en informatie uitleggen.
  • Je kunt de verschillende vormen van communicatie uitleggen.
  • Je kunt het begrip massamedia uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarvoor we dagelijks media gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Informatie
  • We zijn constant bezig met het doorgeven en ontvangen van informatie: communicatie.
  • Je bent of een zender of een ontvanger.
  • Informatie wordt altijd via een medium, middel om te communiceren, verstuurd.
Welke vorm van communicatie zie je hier?

Slide 4 - Tekstslide

Communiceren
Verbale communicatie: Communiceren met woorden, zowel praten als schrijven.

Non-verbale communicatie: Gevoelens en gedachten doorgeven met gebaren, houding en uitstraling. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Persoonlijk of massaal
  • Als je een privé gesprek hebt met iemand, dan spreken we van persoonlijke communicatie. Je ken je de zender of ontvanger.
  • Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt, dan is het massacommunicatie.
  • Media die dit mogelijk maken noemen we massamedia.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waar gebruiken we media voor?
  • Kennis en nieuws
  • Ontspanning
  • Contact
  • Laten zien wie je bent of wilt zijn: Je maakt gebruik van media bij het vormen van je identiteit.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Mediawijsheid
  • Je bent voorzichtig met het delen van je privégegevens.
  • Je gaat kritisch om met de informatie die je te horen of te zien krijgt.

Oftewel, is alles betrouwbaar wat je op internet leest. Wees kritisch op de informatie die je krijgt. 

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Lezen: blz. 20 en 21

Maken en nakijken: 1 t/m 5 + 10 t/m 15 (blz 26 t/m 29)

Slide 12 - Tekstslide