Week 36 Paragraaf 1.4 / 1.5 / 1.6

10 minuten 
oefenen begrippen:


Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 
Hoofdstuk 3 
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

10 minuten 
oefenen begrippen:


Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 
Hoofdstuk 3 

Slide 1 - Tekstslide

Alles goed met iedereen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Doel van deze les
  • Aan het eind van deze les heb je kennis over paragraaf 1.4, 1.5 en 1.6 
  • Aan het eind van de les ben je bekend met de begrippen: statische maatschappij, dynamische maatschappij, onderhandelingsopvoeding, socialiserende instituties, imitatie, natuuraanhangers, cultuuraanhangers. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Jonge mensen helpen bij het volwassen worde.
Het oefenen van bepaalde gedragswijzigingen tot ze vaste gewoonten worden, die willekeurig herhaald kunnen worden. 
Het bewust aanvaarden en naleven van regels, normen en waarden. 
Opvoeden
Dressuur
Verinnerlijking

Slide 5 - Sleepvraag

Er wordt van je geëist dat je volledig gehoorzaam bent. 
Je leert door "vallen en opstaan". 
Niet-doelbewste contacten
Het overdragen van regels, waarden en normen. 
autoritaire of strenge opvoeding
Vrije opvoeding of zelfopvoeding
Beïnvloeding
Socialisatie

Slide 6 - Sleepvraag

Zaken die mensen waardevol en het nastreven waard vinden. 
wetten, regels en gewonten waarvan men aanneemt dat mensen zich eraan behoren te houden. 
Gedragswijzen die mensen er bijna automatisch op nahouden. 
Waarden 
Normen
Gewoonten

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

Maatschappij veranderde bijna niet
Maatschappij verandert heel snel.
Onderhandelingsopvoeding
Statische maatschappij
Dynamische maatschappij
Onderhandelingsopvoeding 

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is een dynamische maatschappij?
A
Een maatschappij die snel verandert
B
Een maatschappij die hetzelfde blijft
C
Een maatschappij die nooit verandert
D
Geen van de antwoorden is goed.

Slide 10 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "een maatschappij die bijna niet verandert"?
A
dynamische maatschappij
B
een socialiserende maatschappij
C
een statische maatschappij
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 11 - Quizvraag

Vroeger werkten veel kinderen mee op de boerderij.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In een statische maatschappij is de opvoeding duidelijk en voeden de ouders hun kinderen op zoals ze zelf zijn opgevoed.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Vroeger moesten de kinderen leren omgaan met de mensen die hun omringden.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Vroeger leerde men het kind godsdienstig te zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In een dynamische maatschappij veranderden de opvatting over het huwelijk heel snel.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

In vroegere gezinnen was moeder de baas.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag


Een van de onderdelen van opvoeding is het zelfstandig maken van kinderen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Door middel van de opvoeding wordt bij kinderen het geweten gevormd.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Door middel van opvoeding brengen de ouders kinderen ook waardering bij voor kunstuitingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Heden ten dage worden in alle gezinnen in Nederland kinderen godsdienstig opgevoed.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vaak ga jij naar de kerk?
Elke zondag
Eén x in de maand
Twee x in de maand
Twee x per jaar
Alleen bij kerstnachtdienst

Slide 22 - Poll

Wie bid ervoor het eten thuis?
Ja
Nee

Slide 23 - Poll

Wie bid er bij opa en oma voor het eten?
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

De Nederlandse ouders zijn qua opvoeders de strengste van Europa.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Onderhandelingsopvoeding wil zeggen dat er weinig compromissen worden gesloten.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Op een school worden je geen waarden en normen bijgebracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

BEINVLOEDERS?

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Video

Instellingen en organisaties die allemaal aan socialisatie (opvoeden) doen. 
Volgen en nabootsen van het gedrag van een ander. 
Socialiserende institutties 
Imitatie 

Slide 31 - Sleepvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "instellingen en organisaties die allemaal aan opvoeding doen"
A
imiterende instituties
B
dynamische instituties
C
wetgevende instituties
D
socialiserende instituties

Slide 32 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "het volgen en nabootsen van het gedrag van anderen"
A
identificatie
B
imitatie
C
socialisatie
D
irritatie

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Welke imitaties doet Jochem Meijer

Slide 35 - Woordweb

Wie imiteer jij wel eens?

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Video

De werkplek is een voorbeeld van een socialiserende institutie
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quizvraag

De televisie voedt mensen ook op een bepaalde manier op.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Video

Hoe werkte de Nazi propaganda?

Slide 41 - Woordweb

Als er op televisie voortdurend geweld te zien is, is de kans klein dat wij dat overnemen, want een slecht voorbeeld volgen we niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Video

Biologische of genetische factoren, veel dingen zijn vanaf de geboorte al bepaald. 
Omgeving, het milie en de cultuur zijn die bepalen hoe wij handelen. Maatschappelijke factoren. 
Natuuraanhangers
Cultuuraanhangers 

Slide 44 - Sleepvraag

Als je stelt dat maatschappelijke factoren ons gedrag bepalen, ben je het eens met de cultuur aanhangers.
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quizvraag

Mensen hebben een individuele en sociale kant.
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving: "mensen die biologische of genetische factoren centraal stellen"?
A
waarden-aanhangers
B
normaanhangers
C
regelaanhangers
D
natuuraanhangers

Slide 47 - Quizvraag

Cultuuraanhangers stellen het volgende:
A
De natuur bepaalt vanaf je geboorte hoe je in elkaar steekt.
B
De natuur bepaalt vanaf je geboorte hoe je gaat reageren op bepaalde zaken.
C
De cultuur is altijd goed
D
De cultuur, omgeving het het milieu bepalen hoe wij handelen.

Slide 48 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?
JA
NEE

Slide 49 - Poll

Slide 50 - Tekstslide

WAT VOND JE VAN DE LES?
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll

TIPS VOOR DE DOCENT?

Slide 52 - Woordweb