Kindvolgsysteem, begeleidingsplan - lesweek 3

Kindvolgsysteem, begeleidingsplan
lesweek 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kindvolgsysteem, begeleidingsplan
lesweek 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

bespreken Boom opdracht 23
normale en abnormale ontwikkeling 
doelstellingen:
Baby A kan naar een aangeboden speeltje reiken en dit vastpakken.
Baby A kan vanuit rugligging naar zijligging rollen om een speeltje te volgen.
Baby A kan met hoofd en lichaam het speeltje volgen als dit rondom zijn lichaam wordt bewogen.
Baby A kan met lichte ondersteuning vanuit rugligging rechtop gaan zitten.
Baby A kan vanuit zithouding met beide handen twee speeltjes vasthouden en één speeltje uit zijn handen laten vallen om een ander aangereikt speeltje te pakken.
Baby A kan zijn lichaam vanuit zitpositie naar voren buigen om een aangereikt speeltje te pakken.
Baby A kan vanuit horizontale positie zijn omhooggehouden hoofd recht houden en grijpen naar speeltjes die onder hem in zijn gezichtsveld liggen.
Bedenk voor de zichtbare ontwikkelingsproblemen activiteiten die bijdragen aan het behalen van de onderstaande doelstellingen.
Beargumenteer waarom je die activiteiten geschikt vindt om de ontwikkeling te stimuleren.

Slide 5 - Tekstslide

Welke drie activiteiten die je hebt staan zijn het meest passend bij de doelstellingen/ een doelstelling?
Beargumenteer waarom je die activiteiten geschikt vindt om de ontwikkeling te stimuleren.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

stelling 1: Kinderopvang is niet langer oppas: op crèches, naschoolse opvang en peuterspeelzalen worden kinderen ook opgevoed. Ouders zijn niet meer de enigen die opvoeden en opvoeden gebeurt niet alleen thuis.

Slide 8 - Open vraag

stelling 2: Een pedagogisch medewerker weet beter hoe hij de ontwikkeling van een kind kan stimuleren dan een ouder omdat hij de juiste kennis heeft door zijn opleiding.

Slide 9 - Open vraag

stelling 3: Op de kinderopvang heeft de pedagogisch medewerker de eindverantwoordelijkheid over het kind. Thuis heeft de ouder deze eindverantwoordelijkheid

Slide 10 - Open vraag

Wat is belangrijk in contact met ouders m.b.t. de ontwikkeling van het kind?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Finn is een jongen van 2 jaar die moeite heeft bij het brengmoment wanneer ouders weggaan. Finn blijft dan lang verdrietig, huilt en vraagt naar zijn ouders.

Je wilt specifiek gaan kijken wat je als GPM’er Finn kan aanbieden om hem hierin te ondersteunen
Hoe ga je dit doen?

Slide 25 - Open vraag

Casus 2: Annelies heeft erg veel moeite met luisteren. Als ze in de kring zit als er een verhaal wordt voorgelezen staat ze voortdurend op van haar stoel en loopt weg. Ze reageert alleen op verzoeken wanneer het haar zelf uitkomt.

Je wilt specifiek gaan kijken wat je als GPM’er Finn kan aanbieden om hem hierin te ondersteunen
Hoe ga je dit doen?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Volgende week
presenteren BP 1
Uitleg BP 2

Slide 29 - Tekstslide