§3.4 Op de markt

vraag
Wat zou voor ons (de consument) goed zijn? Een prijs die bepaalt wordt door een monopolist of een prijs die tot stand komt door concurrentie?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vraag
Wat zou voor ons (de consument) goed zijn? Een prijs die bepaalt wordt door een monopolist of een prijs die tot stand komt door concurrentie?

Slide 1 - Tekstslide

§3.3 
Marktwerking

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • Kun je de overeenkomsten en verschillen van een concrete markt en een abstracte markt opnoemen
  • Weet je hoe een evenwichtsprijs tot stand komt
  • Weet je wat er voor kan zorgen dat het marktevenwicht verschuift

Slide 3 - Tekstslide

Markt
  • Op iedere markt bepalen vraag en aanbod de prijzen (marktwerking)

  • Concrete markt => vraag en aanbod => op één plek te vinden
  • Abstracte markt => vraag en aanbod => in een heel gebied te vinden (stad, land)

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld concrete markt
Aanbod = groente en fruit
Vraag = consumenten

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld abstracte markt
Aanbod = alle woningen in heel Nederland
Vraag = alle mensen die een woning zoeken

Slide 6 - Tekstslide

Geef een ander voorbeeld van een abstracte markt

Slide 7 - Open vraag

Vraag en aanbod
Aanbod = Het aantal goederen of diensten dat beschikbaar is
Vraag = Het aantal goederen of diensten waar behoefte aan is

Vraag en aanbod samen beïnvloeden de prijs
Voorbeeld:
  • Veel vraag en weinig aanbod => hoge prijs
  • Veel vraag en veel aanbod => lage prijs
  • Weinig vraag en weinig aanbod => lage prijs
  • Weinig vraag en veel aanbod = lage prijs

Slide 8 - Tekstslide

Spelersmarkt (voetbal)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Leerstof 1 en 2 van paragraaf 6.3
Hoe: In de digitale methode, Schrijf altijd je berekening op.
Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen. 
Klaar: iets voor jezelf. Niet op je telefoon.


timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt een markt? (abstract)

Slide 12 - Tekstslide

Raadsel
Wat wordt er bedoeld met de de uitspraak in de afbeelding hiernaast? 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Marktaandeel
  • De hoeveelheid die een bedrijf bezit van een markt
  • Stuk van de taart
  • Zo groot mogelijk
  • Proberen te vergroten

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen van concurrentie

  • Service omhoog!
  • Prijzen naar beneden 
  • Meer winkels overal (service) (?)



Slide 16 - Tekstslide

Marktaandeel berekenen
  • Marktaandeel = eigen afzet ÷ totale afzet × 100%

  • Voorbeeld: De afzet van Apple is 3 miljoen Smartphones per jaar. In totaal worden er wereldwijd 12 miljoen smartphones per jaar verkocht.

  • Bereken het marktaandeel van Apple.
  • 3 miljoen : 12 miljoen x 100 = 25%

Slide 17 - Tekstslide

Marktaandeel
  • Dit kan ook met de omzet!
  • Apple heet een omzet van 2,7 mrd per jaar
  • de totale markt is 10,8 mrd per jaar

  • 2,7 : 10,8 x 100 = 25%

Slide 18 - Tekstslide

De vuurwerkkoning verkoopt 25.000 kg vuurwerk. In totaal wordt er 500.000 kg vuurwerk verkocht. Bereken het marktaandeel van de vuurwerkkoning.

Slide 19 - Open vraag

Verschuiving vraaglijn

Slide 20 - Tekstslide

Verschuiving aanbodlijn

Slide 21 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
  • Evenwichtsprijs: prijs die ontstaat als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
  • Evenwichtshoeveelheid: de hoeveelheid waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Leerstof 3, 4 en 5 van paragraaf 6.3
Hoe: In de digitale methode, Schrijf altijd je berekening op.
Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen. 
Klaar: iets voor jezelf. Niet op je telefoon.


timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide