3.2 oplossen met inklemmen

Welkom
- herhalen + oefenen met inklemmen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
- herhalen + oefenen met inklemmen

Slide 1 - Tekstslide

inklemmen
Inklemmen is een vraag met een formule oplossen door te proberen

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze les:
  1. je herhaalt wat inklemmen is
  2. je herhaalt hoe je moet inklemmen 

Slide 3 - Tekstslide

inklemmen
Inklemmen is een vraag met een formule oplossen door te proberen
Je vindt het antwoord door 
  • een getal in de formule in te vullen en de uitkomst uit te rekenen
  • te kijken of dat te veel of te weinig is
  • een (slim!) nieuw getal te proberen net zolang tot het goed is

Slide 4 - Tekstslide

Afspraken
Je maakt een tabel:





Je bent klaar als je het 'omslagpunt' hebt gevonden
formule
uitkomst
te veel/te weinig

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld: inkomsten = 2 + 3,50t
Je maakt een tabel. Begin eens met t = 20 (bijvoorbeeld)





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
2+3,50t
37
te veel/te weinig
t = 20

Slide 6 - Tekstslide

Bij t = 20 nog best veel te hoog, dus probeer 15 of zo





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
2+3,50t
37
te veel/te weinig
t = 20
72
te veel (> 37)

Slide 7 - Tekstslide

Probeer nog een beetje lager





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
2+3,50t
37
te veel/te weinig
t = 20
72
te veel (> 37)
t = 15
54,5
te veel (> 37)

Slide 8 - Tekstslide

Probeer nog een beetje lager





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
2+3,50t
37
te veel/te weinig
t = 20
72
te veel (> 37)
t = 15
54,5
te veel (> 37)
t = 10
37
precies goed!

Slide 9 - Tekstslide

Bij t = 25 ligt het antwoord vlakbij. Probeer t = 26





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden
2,50 + 4,50t
119,50
te veel/te weinig
t = 20
92,50
te weinig (<119,50)
t = 25
115
te weinig (< 119,50)

Slide 10 - Tekstslide







Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden
2,50 + 4,50t
119,50
te veel/te weinig
t = 20
92,50
te weinig (<119,50)
t = 25
115
te weinig (< 119,50)
t = 26
119,50
precies goed!

Slide 11 - Tekstslide

Je maakt een tabel. Probeer eerst bijvoorbeeld m3 = 50





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
53,40 + 1,72 x m3
118,76
te veel/te weinig
m3 = 50
139,40
te veel

Slide 12 - Tekstslide

Ongeveer 20 te veel. Probeer 15 m3 minder: m3 = 35





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
53,40 + 1,72 x m3
118,76
te veel/te weinig
m3 = 50
139,40
te veel
m3 = 35
113,60
te weinig

Slide 13 - Tekstslide

Ongeveer 5 te veel. Probeer 3 m3 meer: m3 = 38





Je bent klaar als je het antwoord hebt gevonden.
53,40 + 1,72 x m3
118,76
te veel/te weinig
m3 = 50
139,40
te veel
m3 = 35
113,60
te weinig
m3 = 38
118,76
klopt

Slide 14 - Tekstslide

Bert werkt in een supermarkt.
De vergelijking is dus:
3,45 + 4,85 x tijd in uren= 42,25.

Hoeveel uur heeft hij gewerkt? Los op met inklemmen
A
6 uur
B
7 uur
C
8 uur
D
9 uur

Slide 15 - Quizvraag

Jim berekent zijn inkomsten met de formule:
Inkomsten in € = 3 + 4 X tijd in uren
Op een dag verdient Jim €21,-. Hoeveel uur heeft hij die dag gewerkt? Los op met inklemmen.
A
3 uur
B
4 uur
C
3,5 uur
D
4,5 uur

Slide 16 - Quizvraag

Aan de gang!
Eerste 10 min. in stilte werken
Bezig met opgaven 25 t/m 34
Klaar? nakijken! 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide