Paragraaf 2.1 Griekse stadstaten deel 2

Paragraaf 2.1 Griekse stadstaten 
Klas 1C
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.1 Griekse stadstaten 
Klas 1C

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Bespreken huiswerk 
  2. Leerdoelen 
  3. Uitleg paragraaf 2.1
  4. Maken opdrachten  
  5. Controleren leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
  • Wat?  Opdracht 2,3 en 5 t/m 8 uit paragraaf 2.1
  • Hoe? Ik geef je de beurt 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt een voorbeeld noemen van een gebeurtenis die leidde tot nieuwe wetten rond 594 v.chr. 
  2. Je kunt benoemen welke verschillende vormen van democratie er zijn. 

Slide 4 - Tekstslide

Macht in Athene 
  • Athene niet altijd een democratie 
  •  Binnen de samenleving ruzies 
  • Als slaaf gemaakte verkocht 
  • 594 v.chr. Solon maakt nieuwe wetten 

Slide 5 - Tekstslide

Democratie in Athene 
  • Verschil tussen arm en rijk groot
  • Kleisthenes 
  • Ieder jaar wegstemmen 
  • Ostracisme  

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Dagelijkse leiding 50 personen 
Raad van 500
Volksvergadering
Leiders vloot/leger 
Rechters 

Slide 8 - Tekstslide

Democratie in Nederland 
  • Verschil directe en indirecte democratie 
  • Een keer in de vier jaar 
  • Gemeenteraad 
  • Provinciale staten 
  • Tweede kamer  

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk
  • Wat? Je mag kiezen of je aan het werk gaat met de opdrachten 10 t/m 13 (Dit is huiswerk) Of dat je bezig gaat met de praktische opdracht.  
  • Hoe? In je werkboekje of op je poster.
  • Hulp? De docent
  • Tijd? 20 minuten 
  • Uitkomst? Gemaakt huiswerk of opgeschoten met je praktische opdracht.

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 11 - Woordweb

Waarom werden er rond 594 v.chr. nieuwe wetten gemaakt?

Slide 12 - Open vraag

Wie bedacht de democratie in Athene?

Slide 13 - Open vraag

Hoe noem je de democratie die we in Nederland hebben?
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
C
Nieuwe democratie

Slide 14 - Quizvraag

Volgende les 
  • Paragraaf 2.2
  • Huiswerk Opdracht 10 t/m 13 uit paragraaf 2.2

Slide 15 - Tekstslide