In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
TL: H7.2 Een land van polders
BB: Vervolg 5.1
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Herhalen begrippen H7.1
Je kan van drie soorten polders de kenmerken, hoogteligging en manier van ontwateren. noemen. Daarnaast kan je aangeven hoe deze polders zijn ontstaan.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een natuurlijke en kunstmatige afwatering.
Je kunt de stappen noemen waarop water uit een laaggelegen polder wordt weggevoerd.
Je kunt grondwater in soorten verdelen. (werkboek)
Je kunt uitleggen waarom grondwater belangrijk is voor de landbouw.
Je kunt uitleggen hoe de waterstand in hoog Nederland (1m boven NAP) wordt beheerd.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is laag Nederland?
A
Alles wat 1 meter op NAP ligt
B
Alles wat op 0 meter NAP ligt
C
Alles wat 1 meter onder NAP ligt
D
Alles wat boven 1 meter NAP ligt.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is sedimentatie?
Slide 4 - Open vraag
Wat is een riviermonding?
A
Een vertakking van een rivier
B
De plek waar de rivier begint
C
De plek waar de rivier eindigt.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een delta?
A
Een vertakking van een rivier
B
De plek waar de rivier begint
C
De plek waar de rivier eindigt.
Slide 6 - Quizvraag
Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Komgronden
Oeverwal
Slide 7 - Sleepvraag
Polders:
Een gebied met dijken waar de mens de waterstand regelt.
De weilanden achter de dijk heet een zeepolder.
We hebben drie soorten polders:
Zeepolder.
Veenpolder.
Droogmakerij.
Slide 8 - Tekstslide
Zee polder
Kusten van Zeeland en de Waddenzee.
Door sedimentatie van zand en klei wordt het land steeds hoger.
Door aanleg van een dijk op die hogere grond ontstaat een polder.
Op zeeniveau of erboven.
Via een sluis wordt bij laagwater water achter de dijk afgevoerd.
Bij hoogwater gaat ie dicht, anders kan er water de polder in stromen
Slide 9 - Tekstslide
Veenpolder
door draineren of ontwateren van veengebieden zakt veen in.
Dit deze door sloten te graven en hierdoor liep het water weg.
Als het opdroogt zakt de grond.
Om overstromingen aan een rivier te voorkomen werd er daarom een dijk gebouwd
Tussen 0 en 2 m onder zeeniveau.
Slide 10 - Tekstslide
Droogmakerijen
De meest voorkomende polder in Nederland.
Deze polder is gemaakte, door een meer of zelfs een zee droog te leggen.
Voordat ze de boel leegpompen leggen ze een dijk aan bij de rivier.
Daarna pompen ze het water weg en blijft er grond over wat minimaal 2 meter onder het zeeniveau ligt.
Grond wegpompen via molens of gemalen heet kunstmatige afwatering.
Slide 11 - Tekstslide
A
B
C
droogmakerij
veenpolder
zeepolder
0/ +0
0 / -2m
-2m of lager
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Video
Hoe ga je water wat krijgen, als het water zoals bij een veenpolder of droogmakerij, lager dan de rivier ligt weg krijgen?
Water omhoog pompen met een gemaal of een molen.
Soms was het hoogteverschil tussen een polder en de rivier/zee.
Dan werd het water in stappen omhoog gepomp.
Eerst werd het water in een kanaal gepompt, wat hoger lag dan de polder. Daarna werd het via een kanaal naar de rivier gepomp.
Zo'n kanaal of opslagplek heet boezem.
Gemaal
Slide 14 - Tekstslide
Hoe komt dat water dan in de polder?
Regen.......
En door kwel
Wat is kwel?
Water wat onder de dijk door de grond in stroomt/lekt.
Dit zie je bij ons ook de zeepolder.
Als je in de polder een gaat graven, zal je al gauw zien dat het gat vol loopt met water. Een deel daarvan is via kwel in die grond gekomen.
Veel kelders hebben daar op Terschelling last van.
Slide 15 - Tekstslide
Grondwater
Water wat in de grond zit.
Voor boeren belangrijk.
Het grondwater moet hoog genoeg zijn, zodat de wortels van gewassen bij het water kunnen.
Door het oppervlaktewater, dus waterstand van meren en sloten te verhogen kan je het grondwater peil laten stijgen.
Andersom kan ook. Je kan het grondwaterpeil laten zakken, door het oppervlakwater te laten zakken.
Slide 16 - Tekstslide
Water in hoog Nederland.
Hoe hoog lag het NAP ook alweer in hoog Nederland?
Minimaal 1m NAP of hoger.
Water loopt hier vanzelf weg, naar lager gelegen gebieden.
Als er vooral in de zomer te veel water wegloopt, kan het waterpeil van het oppervlakwater, en dus ook grondwater te ver zakken.
Daarom zijn er in Nederland stuwen gebouwd die het water tegenhouden.
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan van drie soorten polders de kenmerken, hoogteligging en manier van ontwateren. noemen. Daarnaast kan je aangeven hoe deze polders zijn ontstaan.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een natuurlijke en kunstmatige afwatering.
Je kunt de stappen noemen waarop water uit een laaggelegen polder wordt weggevoerd.
Je kunt grondwater in soorten verdelen.(werkboek)
Je kunt uitleggen waarom grondwater belangrijk is voor de landbouw.
Je kunt uitleggen hoe de waterstand in hoog Nederland (1m boven NAP) wordt beheerd.
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig werken
TL: Maak opgave 1, 2a, 2b, 4c, 4e, 5 en 6 van H7.2
BB: Maak opgave 6a, 6b, 6c, 6e, 7a, 7b, 7c, 9 en 10 van H5.1