V2 - grammatica: taal- en redekundig ontleden

V2
Grammatica
taal- en redekundig ontleden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V2
Grammatica
taal- en redekundig ontleden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat is waar over de volgende zin:
Die smalle dropjes zijn niet zo lekker, maar die brede wel.
A
smalle = bijv.nw lekker = bijwoord
B
dropjes = znw brede = bijwoord
C
smalle = bijv.nw wel = bijwoord
D
zo = bijwoord brede = bijv.nw

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Sleep de woorden naar het juiste vakje.
znw
lw
bnw
ww
vz
tw
23
september
was
het
astronomisch
begin
van
de
herfst.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat is waar over de volgende zin:
Ik houd heel erg van historische romans lezen .
A
van = vz erg = bijwoord
B
lezen = ww heel = bijwoord
C
romans = znw lezen = znw
D
van = bijwoord historische = bijv.nw

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Sleep elk woord naar het juiste vakje.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig werkwoord
Hulpwerk-
woord
persoonlijk 
voornaamwoord
Bezittelijk 
voornaamwoord
Voorzetsel
Bijwoord
lidwoord
Zijn
telefoon
is
gisteravond
gevallen.
van
tafel
de
hoge

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Wat is waar over de volgende zin:
Ze gaven elkaar een hand en maakten zich daarna uit de voeten.
A
ze = pers.vnw elkaar = wdkd.vnw
B
elkaar = wdkg.vnw zich = wdkd.vnw
C
ze = onbep.vnw zich = wdkd.vnw

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Wat is waar over de volgende zin:
Hoe heb je dat opgelost en wat zal men daarvan vinden?
A
hoe = vr.vnw men = onbep.vnw.
B
wat = vr.vnw men = pers.vnw
C
je = pers.vnw dat = aanw.vnw
D
hoe = bijwoord men = onbep.vnw

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat is waar over de volgende zin:
Ik heb dat nu al voor de zoveelste keer gezegd!
A
heb = zww zoveelste = onbep.rangtw
B
heb = hww gezegd = zww
C
gezegd = zww zoveelste = bep.rangtw
D
gezegd = zww zoveelste = onbep.rangtw

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redekundig ontleden V2
Zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp,  voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling, bijvoeglijke bepaling en bijstelling.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Mijn oma heeft haar hondje zijn favoriete brokjes gegeven.
pv/wg
ow
lv
mw
vzv
bwb
Mijn oma
heeft
haar hondje
zijn favoriete brokjes
gegeven.

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Dit jaar zal ik niet meer aan mezelf twijfelen.
pv/wg
ow
lv
mw
vzv
bwb
 Dit jaar 
zal
 ik
niet meer
twijfelen.
aan mezelf 

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling?
Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
kan meer dan één keer in een zin staan.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zinsdeel.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11. Wat is/zijn de bijv. bepaling(en)?
Tijdens de verhuizing van mijn opa en oma viel de dure tv op de grond.
A
van mijn opa en oma - dure - op de grond
B
verhuizing - opa en oma - tv - grond
C
tijdens - van mijn opa - dure
D
van mijn opa en oma - mijn - dure

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


12. Waaraan herken je een bijstelling?
A
die staat tussen komma's of tussen een komma en een punt
B
die begint met een voorzetsel of een bijwoord
C
die staat altijd vooraan in de zin
D
die herhaalt met andere woorden de woordgroep ervoor

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

13. Maak een zin met een bijstelling en tenminste één bijvoeglijke bepaling.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


14. Ik heb echt mijn best gedaan, maar hij deed dat niet.
A
HZ-BZ
B
BZ-HZ
C
HZ-HZ

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


15. Ik oefen regelmatig, omdat ik nog beter wil worden in grammatica.
A
HZ - BZ
B
BZ - HZ
C
HZ-HZ

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

16. Maak een samengestelde zin op de volgende manier: HZ- vw - BZ.

Slide 19 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
Ik moet opschieten, omdat ik te laat ben opgestaan.
Ik ga een mooi cijfer voor mijn toets grammatica halen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies