Voedings les GHZ

Voeding les 
Zorgvragers met een verstandelijke en lichamelijke beperkingen (GHZ)
Door Julia & Dewy 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Voeding les 
Zorgvragers met een verstandelijke en lichamelijke beperkingen (GHZ)
Door Julia & Dewy 

Slide 1 - Tekstslide

Verstandelijke beperking
Welke problemen komen voor bij mensen met een verstandelijke beperking met betrekking tot voeding:
Problemen waardoor iemand met een verstandelijke beperking te veel, te weinig of verkeerd eet kunnen zijn: kauw- en slikproblemen, medicatie die eetlust beïnvloed, spierspanning en een afwijkende stofwisseling.

Ook hebben zorgvragers met verstandelijke beperkingen vaak moeite met maat houden tijdens het eten 
En is het belang van gezonde voeding voor mensen met verstandelijke beperking moeilijk te begrijpen

Slide 2 - Tekstslide

Welke voedingsproblemen komen voor bij mensen met een verstandelijke beperking?
A
moeite met maat houden tijdens het eten en vinden het belang van gezonde voeding moeilijk te begrijpen
B
zorgvrager met verstandelijke beperkingen willen vaak niet eten
C
kauw- en slikproblemen, medicatie die eetlust beïnvloed, spierspanning en een afwijkende stofwisseling
D
zorgvrager met verstandelijke beperking kunnen vaak hun aandacht niet bij het eten houden en laten dit achterwege

Slide 3 - Quizvraag

Verstandelijke beperking
wat zijn de oorzaken van voedingsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking:
- door de onwetendheid van zorgvragers met een verstandelijke beperkingen, ook wel een tekort aan voorlichting advies en instructie. 
- een te kort aan begeleiding tijdens de het halen, bereiden en nuttigen van de maaltijden.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn oorzaken van voedingsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking?
A
hun eigen beperking is hierin de oorzaak van het ontstaan van voedingsproblemen
B
doordat zorgvragers zelf niet door hebben hoe belangrijk gezonde voeding is
C
doorat zorgvrager vaak veel dingen niet lusten door medicatie die ze krijgen waardoor ze vaak dingen laten staan
D
zorgvragers hebben beperkte informatie hierover door slechte of geen voorlichting advies en instructie

Slide 5 - Quizvraag

Verstandelijke beperking
wat zijn de gevolgen van voedingsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking:
- zorgvragers hebben vaker in vergelijking met andere bevolking grotere kans op overgewicht en het krijgen van hart- en vaatziekten (doordat ze moeite hebben met maat houden en het belang van goede voeding)
- ook sneller kans op verslikken door de kauw- slikproblemen die zorgvrager vaak hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van voedingsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking?
A
zorgvragers krijgen door kauw- en slikproblemen weinig voeding binnen waardoor kans op ondervoeding groter is
B
verhoogde kans op ondergewicht door weinig eetlust.
C
verhoogde kans op overgewicht en het krijgen van hart en vaatziekten
D
zich sneller verslikken door kauw- en slikproblemen

Slide 7 - Quizvraag

Lichamelijke beperking
Wat is jouw rol als verpleegkundige bij de voedingsproblemen?:

de rol als verpleegkundige is dat je vooral degene die de handicap heeft het gevoel geeft dat je er alles aan doet om diegene een gevoel van begrip geeft en dat je in oplossingen wil denken. 
Mensen die lichamelijk gehandicapt zijn kunnen zich soms machteloos voelen, geef ze het gevoel dat je ze wilt helpen. 
Ook is het belangrijk om goede voorlichting, advies en instructie te geven over de voeding en wat vooral belangrijk is om voldoende binnen te krijgen. Maak een schema regelmaat biet rust en dan hoeven ze zich daar niet meer druk over te maken. 
En de juiste begeleiding iemand die misschien een arm of een been moet missen of verlamd is moet je helpen met de inname van de voeding. Het gaat ook niet alleen over de voeding maar ook over de inname. 
Als iemand nog 1 functionerende arm heeft kun je diegene gewoon leren eten met 1 hand ook zijn er bepaalde middelen voor. Ook moet je het gewicht bijhouden, spiermassa, heeft iemand voldoende energie etc. Om te zien of er wat aangepast moet worden in het voedingsschema

Slide 8 - Tekstslide

wat is jouw rol als verpleegkundige bij de voedingsproblemen
A
je hebt geen rol hierin
B
je helpt bij het eten
C
je maakt het eten klaar voor de zorgvrager omdat die dit zelf niet goed kan
D
gevoel van begrip geven, voorlichting advies en instructie geven, begeleiding bij het eten, iemand opnieuw leren eten aangepast naar de handicap en observeren

Slide 9 - Quizvraag

Lichamelijke beperking
Welke voedingsadviezen je kunt geven aan de zorgvrager met voedingsproblemen:

deze voeding wordt het meest aangeraden:
-  groente en fruit, deze heeft elk mens nodig vitaminen
-  voedingsmiddelen met een laag cholesterolgehalte, dan kun je het cholesterolgehalte verlagen
-  voedingsmiddelen rijk aan onverzadigde vetten, vetten zijn goed voor de energie
-  vooral voedingsmiddelen met plantaardige eiwitten, dit is goed voor de spieren.
-  de hoeveelheid hiervan hangt af van de persoon dit kun je dus samen verwerken in een schema en je kunt uitzoeken wat diegene nou van deze groepen echt lekker vindt.





Slide 10 - Tekstslide

welke voedingsadviezen je kunt geven aan de zorgvrager met voedingsproblemen
A
veel fruit en groeten eten
B
groente en fruit, laag cholesterolgehalte, rijk aan onverzadigde vetten en plantaardige vetten
C
rijk aan onverzadigde vetten en plantaardige vetten
D
groente en fruit en laag cholesterolgehalte

Slide 11 - Quizvraag

Lichamelijke beperking
welke verpleegkundige interventies je kunt inzetten 
(denk hierbij aan andere disciplines):

begeleiding op wat voor manier dan ook, helpen bij het eten, helpen met een schema, een luisterend oor zijn noem maar op.
- oefenen met degene zodat die bijvoorbeeld zelfstandig kan eten en de zelfredzaamheid aanwezig blijft. Iemand die lichamelijk gehandicapt is moet vaak al veel uit handen geven.
- een diëtiste inschakelen waar de zorgvrager eens in de zoveel tijd kan zitten over of er dingen aan de voeding moeten aangepast worden of dat het goed blijft gaan
- observeren hoe het gaat met de zorgvrager of de voeding goed is of dat er iets aangepast moet worden, kijken of er gehouden wordt aan het schema etc.
- een goede communicator zijn zodat, er goed overleg is tussen jou en de zorgvrager, tussen de zorgvrager de diëtiste en jij zelf en dat er goede communicatie is tussen de omgeving van de zorgvrager en jou.




Slide 12 - Tekstslide

welke verpleegkundige interventies je kunt inzetten
(denk hierbij aan andere disciplines)
A
observeren, diëtiste inschakelen, oefenen en begeleiden en een goede communicator zijn
B
helpen met alles en alles uit handen nemen
C
alle taken zelf opnemen als verpleegkundige
D
familie inschakelen om te helpen bij de begeleiding van de voeding

Slide 13 - Quizvraag

Einde

Einde

Slide 14 - Tekstslide