Engels, Unit 5.1 deel 2

5.1 Food deel B 
we werken online
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.1 Food deel B 
we werken online

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen vorige keer
- Je kent de woordjes 

 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geroosterd
A
Roasted
B
Rosted
C
Rasted
D
Roast

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vertaling van:
peanut butter
A
pindakaas
B
friet
C
boter
D
vlees

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is "a juicy nut?"
A
een aardbei
B
een vers geperst sapje
C
een snoepje
D
een sappige noot

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

to smell
A
ruiken
B
stinken
C
smeren
D
geuren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is 'flour?
A
rijst
B
bloem
C
poedersuiker
D
boter

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(to) add
A
Neerzetten
B
Toevoegen
C
Adverteren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

smaken (als,naar)
A
cheese
B
biscuit
C
to taste (like)
D
meat

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen vandaag
- present simple
- present simple ontkenning
- Vertalen van een stukje tekst

 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze grammatica vorm is nu op dit moment aan de gang.
Dit gebeurt vaak, altijd, gewoonlijk, soms enz.
Present simple
Present continuous

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de Present simple?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een ontkenning met de present simple?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
A
I am scanning the items.
B
They scanned the items.
C
We have scanned the items.
D
He scans the items.

Slide 18 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present simple or present continuous?
Present simple
Present continuous
Look! Our cat is sleeping. 
They are helping their grandma right now. 
David never cleans up his mess.
Plants die without water.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
Pick the example of the present simple.
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is Living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
Pick the example of the present simple.
A
He travels to work four times a week.
B
He travelled to work four times a week.
C
He is travelling to work.
D
He has travelled to work.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
Wat is de regel van de present simple?
A
SHITY-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
Pick the example of the present simple.
A
I was walking in the park.
B
I walked in the park.
C
I am walking there.
D
I walk every day.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
Pick the example of the present simple.
A
I was walking in the park.
B
I walked in the park.
C
I walk every day.
D
I am walking there.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Bij feiten en gewoontes
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken opdrachten 
Unit 5.1  
8 t/m 11
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies