Britse Rijk 1.1

Historische context - Britse Rijk 1585-1900
1.1 Nieuwe samenlevingen
les 1
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Historische context - Britse Rijk 1585-1900
1.1 Nieuwe samenlevingen
les 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat waren drie motieven om in de zeventiende eeuw naar Amerika te verhuizen?

2. Hoe ontwikkelden de contacten tussen kolonisten en indianen zich?
3. Waarom zorgde de komst van de kolonisten voor een snelle afname van het aantal indianen?
4. Wat waren de sociale en economische eigenschappen van vestigingskoloniën en van plantage-economieën?









Leerdoelen
Vertel maar.

Slide 2 - Tekstslide

18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.









Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij het stuk dat je voor vandaag bestudeerd hebt?

Slide 3 - Tekstslide

Theorie
Spanje en Portugal verdienden veel geld aan de koloniën in de nieuwe wereld, daar wilden wel meer Europese landen een graantje van meepikken...

Engeland stuurt ontdekkingsreizen naar het noordelijk deel van Amerika.

Slide 4 - Tekstslide

Motieven voor kolonisatie
Motieven om naar Noord-Amerika te gaan:

- mogelijke rijkdommen zoals goud en zilver, andere handelswaar.
- een nieuwe onbekende route naar Azië.
- het gebied gebruiken als uitvalsbasis in een oorlog tegen de Spanjaarden die in Zuid-Amerika veel koloniën hadden.
Aan de oostkust werden koloniën gesticht.

Slide 5 - Tekstslide

Plantages in Virginia
Niet alle kolonies bleven bestaan, gingen bijvoorbeeld verloren in de strijd tegen de Indianenstammen ter plaatse.

Maar in andere gevallen werd er samengewerkt met de Indianen, zoals in John Rolfe in Virginia. 

Samen produceerden zij op grote schaal tabak, een geliefd product in Europa.

Slide 6 - Tekstslide

Plantages in Virginia
Het klimaat in Virginia bleek zeer geschikt voor de tabak en andere gewassen. 

Dit werd op grote schaal gedaan en deze ondernemingen werden deel van de plantage-economie, (de kolonie werd afhankelijk van de opbrengst van hun plantages). Binnen 20 jaar was Virginia de belangrijkste tabaksproducent voor de verkoop naar Europa geworden.

De samenwerking tussen de Indianen en kolonisten liep minder goed. Er kwamen steeds meer kolonisten die grond afnamen van de Indianen. Dit leidde tot oorlogen tussen beide groepen.


Het is rond 1616-1618

Slide 7 - Tekstslide

Pilgrim Fathers in New England

Slide 8 - Tekstslide

In november 1620 arriveert er een groep van 150 streng gelovige protestanten in Noord Amerika. Zij zijn Engeland ontvlucht omdat zij vervolgd werden vanwege hun manier van geloven. Zij noemen zich de Pilgrim Fathers. De kolonie die zij stichten noemden zij New England.

Omdat zij pas in november aan land kwamen waren ze te laat om te planten en te oogsten. De plaatselijke indianen voorzagen hen van voedsel. (Hier ligt de basis voor de  Amerikaanse feestdag Thanksgiving Day).

De contacten met de Indianen waren daarna gericht op handel. De pilgrim fathers stuurden positieve berichten terug naar Engeland, veel mensen besloten ook om zich te vestigen in Amerika.  Binnen 75 jaar werden er nog 12 koloniën gesticht. Nu dus 13 in totaal.
Pilgrim Fathers in New England
Het is 1620

Slide 9 - Tekstslide

Handelskolonie: Gebied overzee waar men handelsposten inricht om producten te verhandelen met de plaatselijke bevolking.

Vestigingskolonie: Gebied overzee waar de bevolking vanuit het moederland naar toe trekt om er te gaan wonen.
soorten kolonies

Slide 10 - Tekstslide

Historische context - Britse Rijk 1585-1900
1.1 Nieuwe samenlevingen
les 2

Slide 11 - Tekstslide

4. Wat waren de sociale en economische eigenschappen van vestigingskoloniën en van plantageeconomieën?
5. Waarom waren de plantagekoloniën in het Caraïbisch gebied, zoals Barbados en Jamaica, winstgevender voor de Britse kolonisator dan de plantagekoloniën in Noord-Amerika?
6. Beschrijf en verklaar de driehoekshandel van de Britse African Company?
Leerdoelen
Vertel maar.

Slide 12 - Tekstslide

18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.









Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij het stuk dat je voor vandaag bestudeerd hebt?

Slide 13 - Tekstslide

Oorlog en ziekte

Slide 14 - Tekstslide

Oorlog en ziekte
Voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika had de komst van de kolonisten grote gevolgen:

- oorlogen en conflicten over van wie de grond was. De kolonisten hadden betere wapens en de stammen waren onderling ook soms vijandig.
- Indianen verdwenen daardoor uit hun eigen grondgebied dat dan onmiddellijk door kolonisten werd ingenomen.
- Daarnaast namen de kolonisten voor de Indianen onbekende ziekten mee, waar tegen zij niet bestand waren, velen stierven aan deze ziekten.

Slide 15 - Tekstslide

Plantages en slavernij

Slide 16 - Tekstslide

Plantages en slavernij
Het verbouwen en verwerken van tabak was arbeidsintensief.

Systeem om aan arbeidskracht te komen: contractarbeiders. In ruil voor de kosten van de reis werkten deze mensen 4 tot 7 jaar gratis voor de plantagebaas, waarna zij hun eigen stuk land konden beginnen.

In 1619 arriveert een Hollands schip met Afrikaanse slaven. In eerste instantie werden zij ook contractarbeiders, maar deze regels werden al gauw afgeschaft, slavenarbeid was veel goedkoper en dus winstgevender!
Slavernij, plantage-economie en Atlantische slavenhandel raken onlosmakelijk verbonden.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Vestigingskoloniën in het noorden

Slide 19 - Tekstslide

Vestigingskoloniën in het noorden
Er was een duidelijk verschil tussen de kolonien in het noorden en het zuiden van Noord Amerika.

Zuiden: grote plantages, weinig stadjes, veel slavenarbeid.
Noorden: handel en nijverheid, scheepsbouw, slavenarbeid in mindere mate.

Slide 20 - Tekstslide

Uitbreiding Britse Rijk in de Caraiben
Jamaica
Barbados

Slide 21 - Tekstslide

Uitbreiding Britse Rijk in de Caraiben
Jamaica
Barbados
1627 Barbados  en 1655 Jamaica werden toegevoegd aan Engels koloniaal gebied.

Klimaat en bodem waren zeer geschikt het verbouwen van suikerriet...suiker was een gewild product in Europa. Grote winsten werden gemaakt met de inzet van slavenarbeid.

Grote plantages putten de grond al snel uit. Deze eilanden werden ook geen vestigingskolonies. 

Slide 22 - Tekstslide

Winstgevende handel over zee

Slide 23 - Tekstslide

Winstgevende handel over zee
Door de toenemende handel ontstonden er winstgevende vaste handelsroutes over zee.

Motto: Een schip vaart nooit zonder lading.

Driehoekshandel

Royal African Company =
Koninklijke Afrikaanse Compagnie

Slide 24 - Tekstslide

Historische context - Britse Rijk 1585-1900
1.1 Nieuwe samenlevingen
les 3

Slide 25 - Tekstslide

7. Wat waren de economische en politieke motieven voor het verzet van de kolonisten tegen Groot-Brittannië?.
8. Hoe werden verlichte ideeën als trias politica, volkssoevereiniteit en natuurlijke rechten toegepast in de Amerikaanse grondwet?
9. Wat waren argumenten voor en tegen abolitionisme?
10. Waarom zorgde het verbod op slavenhandel en slavernij in het Britse Rijk voor de economische neergang van Jamaica en Barbados?
Leerdoelen
Vertel maar.

Slide 26 - Tekstslide

18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.









Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij het stuk dat je voor vandaag bestudeerd hebt?

Slide 27 - Tekstslide

Oplopende spanningen in Noord-Amerika

Slide 28 - Tekstslide

Oplopende spanningen in Noord-Amerika
Groot-Brittannië ging ervan uit dat de koloniën altijd de belangen van het moederland moesten ondersteunen.

Zowel de kolonisten en de Britten hadden voordeel aan de handel over zee.

In de loop van de 18e eeuw verslechterde de situatie tussen de Britten en de kolonisten, dit had alles te maken met oorlogen die Groot-Brittannië voerde met Frankrijk over grondgebied in Amerika.

Slide 29 - Tekstslide

Die oorlogen kosten veel geld en de Britten vonden dat de kolonisten daar aan mee moesten betalen.  Zij zagen die oorlog ook als het beschermen van de kolonisten in Amerika, dus konden die kolonisten best mee betalen. 
Groot-Brittannië ging daarom belasting heffen over allerlei producten die de kolonisten kochten. 
(op o.a. thee, postzegels, glas, verf, papier)

De opbrengst van die belastingen ging in de Britse schatkist en werd gebruikt voor de oorlogsvoering tegen Spanje.
Oplopende spanningen in Noord-Amerika

Slide 30 - Tekstslide

Verlichting en onafhankelijkheid
De kolonisten vonden het maar onzin:
Waarom moesten zij extra belasting betalen terwijl ze niets te zeggen hadden in het Britse parlement. Ze besloten dat ze niet gingen betalen tenzij ze inspraak kregen: NO TAXATION WITHOUT REPRESENTATION!

Slide 31 - Tekstslide

De Boston Teaparty 
De kolonisten wilden geen belasting meer betalen over de geïmporteerde Engelse thee. Ze gingen daarom thee smokkelen.
In 1773 verleende de Engelse regering de Britse Oost-Indische Compagnie het monopolie op het importeren van thee uit Azië.
De kolonisten gingen deze thee boycotten en dronken alleen nog maar gesmokkelde thee.

Slide 32 - Tekstslide

De Engelsen besloten hun thee goedkoper te maken dan de gesmokkelde thee (Tea Act = Thee wet)
In Boston bereikten drie Engelse theeschepen de haven.
In de nacht van 16 december 1773, werden de schepen bestormd door een groep als indianen verklede kolonisten.
Ze gooiden alle thee, ongeveer 400 kisten, overboord: de Boston Teaparty

Slide 33 - Tekstslide

Verlichting en onafhankelijkheid
Het idee over inspraak in het bestuur van het land heeft alles te maken met de Verlichting
Juist in de periode werd veel nagedacht over waar eigenlijk de macht behoorde te liggen en hoe die verdeeld was.

Trias Politica: spreiding van de machten

Slide 34 - Tekstslide

Verlichting en onafhankelijkheid
Op 4 juli 1776 verklaren de 13 koloniën zich onafhankelijk van Groot-Brittannië en gaan zij verder als The United States of America. Het bestuur wordt gevormd door een congres, er is geen koning maar een president en de macht wordt gescheiden volgens het model van de Trias Politica.

Uiteraard pikt Engeland dit niet en voert nog zo'n jaar of zeven een oorlog tegen de kolonisten in Amerika. De Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog 1776 - 1783
Daarom is the 4th of July een nationale feestdag in de VS, Independence Day

Slide 35 - Tekstslide

Verlichting en onafhankelijkheid
Na de onafhankelijkheidsoorlog wordt het Amerikaanse bestuurssysteem in werking gesteld. Het is 1789 Als George Washington de eerste president van de V.S. wordt. De afspraken werden in een grondwet vastgelegd.

Uitvoerende macht: president en ministers
Wetgevende macht: Congres
Rechterlijke macht: gerechtshof

Veel macht bleef ook bij de afzonderlijke staten liggen, dat heet een Federale Statenbond
De Trias Politica in de VS

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Afschaffing van de slavernij
De Verlichte ideeën over de natuurlijke rechten van mensen zorgden er ook voor dat steeds meer mensen zich tegen de slavernij gingen keren.

Abolitionisten wilden de volledige afschaffing van slavernij.
to abolish = afschaffen

In 1807 verbood de Britse regering de slavenhandel. Maar slaven die al op de plantages waren hadden hier weinig aan. In 1833 wordt dat bereikt in het Britse Rijk.  Maar dus niet in de VS!


Slide 39 - Tekstslide

Afschaffing van de slavernij

Slide 40 - Tekstslide

Afschaffing van de slavernij
In de VS liep het meningsverschil over het wel of niet in stand houden van de slavernij zo hoog op dat het leidde tot een burgeroorlog. 1861 - 1865

Het zuiden was op de plantages heel afhankelijk van slavenarbeid en wilde niet dat dit afgeschaft zou worden. Zij wilden zich afscheiden van de VS.  Afschaffen van slavernij zou voor het zuiden een economische ramp zijn.

Dit wilde het noorden echter niet en het land belandde in een burgeroorlog: Noord tegen de Zuid, met de slavernij als een van de motieven. 

Het noorden won de burgeroorlog en slavernij werd in 1865 afgeschaft.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video